DAGBOEK
143
Het Journaal van Bonifacius de Jonge
I
Het vertrek
1813 Mei
Een Decreet van den Graaf de Cessac, Minister Directeur de 1'Administration de
la guerre, deed uit 40 Departementen van het Fransche Keizerrijk éénen
Geneesheer en vier Wondheelers naar de groote Armee zenden. 51 Hunne ordre
luidde zich naar Maijntz te begeven, om aldaar hunne nadere bestemming te ver
nemen. Dit ongelukkig lot trof mij, ik werdt genoodzaakt, nadat mijne ouders
alle opofferingen te vergeefs beproefd hadden, mij in eenige dagen tot mijne reis
voor te bereiden.
Den 1 2 Mei werdt hier meede doorgebragt, ik bezorgde mijne zaken, nam een
hartverscheurend afscheid van mijne vrienden bekenden reisde den 3den, na
dien zelfden morgen mijne papieren te hebben ontvangen, in het gezelschap mij
nes Vaders, over het veer van Camperland Colijnsplaat van Middelburg naar
Zierikzee, ten einde ook aldaar van mijne geliefde Moeder, Broeders Familie te
scheiden.
Den 4den Mei vertrok ik om 12 uuren met mijn Vader en jongsten Broeder, die
mij tot Antwerpen zouden uitgeleiden. Over Stavenisse reisden wij naar St.
Maartensdijkalwaar wij één uur vertoefden, vandaar vertrokken wij naar Tholen
dan naar Bergen op den Zoom arriveerden tijdig genoeg om nog deeze stad
haare vestingwerken te bezigtigen. Ook hier ontving ik een nieuw bewijs van de
vriendschap, welke mij v. Stapele jun. toedroeg, daar hij, toen ik hem te vergeefs
in Tholen gezogt had, mij, in de vooronderstelling, dat ik mooglijk gedesigneert
ware, nareisde om mij vaarwel te zeggen.'2 Deeze zooveele andere blijken van de
hartelijkste welwillendheid streelden mijn hart, maar verbitterden te meer mijnen
toestand, dien ik met allen mogelijken moed dragen wilde.
553
Des morgens vroeg vertrokken wij naar Antwerpen. Wij bragten den dag met het
bezigtigen der stad door.
6
S'anderendaags voor mijn vertrek bezogten wij de werf, na het middagmaal ver
trok ik om 2 uuren naar Mechelen. Dit ogenblik scheidde mij ook van mijn Vader
Broeder. Wij waren alle zeer getroffen, de hoop op een gelukkige weederzien
was alléén in staat onzen moed op te beuren.
6 uuren des avonds arriveerde ik te Mechelen. Deeze stad voert den naam van pro-
pre, (gelijk Antwerpen dien van riche, Brussel dien van noble). Zij verdient den zei-