166 DAGBOEK De garde arriveerde te 1 uur in de namiddag hierdoor werdt Liegnitz zoo zeer met inquartiering gedrukt, dat er in ons Logement nog 19 Grenadiers gehuisvest werden. Mijn chef was op een uur afstands gecantonneert &C kwam niet s'ander daags in de stad. 6 Wij bragten den nagt op -stroo door in den morgen van den 6den gaf mij de Heer D'Aubrij, Médicin adjoint en chef de la Grande Armee, de order, om met de garde in den nademiddag op te breken het hoofdquartier overal zo lang te volgen tot men mij ergens eene bestemde plaats voor mijne werkzaamheden aan wees. Men stelle zich bij het horen deezer tijding mijnen toestand voor: bijna uitgehon- gert moest ik weder den weg terugleggen, dien ik gekomen was, door een uitge- plundert land, waar zich niemand bevind om mij eenen dronk water te reiken &C dat met de garde, die dan eerst voor andere iets overlaat, wanneer zij alles vol op hebben, terwijl mijne door het gaan gekwetste voeten mij bijna hunnen dienst weigerden. Dan ik moest, hoe ongaarne ook, gehoorzamen. De Garde vertrok, reeds was ik op weg stond, na wij door den Keizer gein- specteert waren, zoo de poort uit te gaan, toen men mij Contre-order gaf, ik benevens den Heer Hugonin, tot de aankomst van het 3de Leger Corps, met de zorg van het militaire Hospitaal te L[iegnitz] belast werd. De Keizer vertrok met zijn gevolg te 6 uuren van den 7den. 7 nu zogt ik een ander beter Logement, mij verheugende, dat mij nu eenige rust gegeven werdt. Mijn eerste quartier was bij den schrijnwerker Schmidt twee dagen daarna begon ik mijne bezigheden, waarin ons naderhand twee Heren, de Heer Bosio, die lang Doctor in het milit. Hospitaal te Middelburg geweest is een ander, wiens naam ik vergeten heb, volgens order van den Baron Desgenettes de behulpzame hand boden. Het 3de Corps door den Prins van Moscowa (Neij) aangevoerd, arriveerde na eeni ge dagen. Nu meende ik gedefungeert te hebben de vrijheid te bekomen om het hoofd-quartier naar Görlitz of Dresden te volgen. Dan twee geneesheren hadden de 3de 4de Divisie uit oorzaak van ongesteldheid verlaten. Bosio ik werden door den Heer Duval, Médécin-principal benoemd, om hun provisioneel te rem placeren de Heer Hugonin met zijnen amptgenoot vertrokken den volgenden dag. Na deezen tijd heb ik nog een groote vijf weken in deeze stad zeer genoeglijk door- gebragt. Mijne werkzaamheden waren veele, daar het getal zieke aan mijne zorg toevertroud, somtijds tusschen de 400 en 500, meestijds tog bij of omtrent de 200 beliep. Bovendien had ik, daar men mij over het algemeen boven mijne collega's prefereerde, veele officieren verscheidene chirurgijns apothecars in de stad te bezoeken, die veelal door een hospitaal-koorts aangetast waren, het geen mij veele malen in hetzelfde gevaar stelde. Dan ik meende mijnen pligt boven de vrees te moeten stellen, mijne beloning was hunne genezing, hun vertrouwen welwil-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 168