DAGBOEK 173 In Breslau, Goldberg, Grüneberg, Liegnitz, Luben, Neurode, Festenberg wordt het meeste laken vervaardigt voornamentlijk naar Rusland, Turkijen naar de Duitsche landen verzonden. Het laken is goedkoop tamelijk fijn, niet evenwel zoo als het engelsche &C hollandsche, dewijl men zich op het sorteren der wolle niet beijvert. Bovendien maakt men nog eenige stoffen uit vlas 6>C boom-wolle. Dit wordt voornamen tlijk bij om de stad Reichenbach gemaakt. In Langen-Biola alleen, een dorp van omtrent 6000 Inwoonders zijn 1500 weverstoelen, in de tugt- huizen van Jauer Brieg houdt men de tugtelingen met het spinnen der boom- wolle bezig. Een beminnaar der Mineralogie vindt ook, wanneer bij in Silesien komt, eene vrij volkoomene bevrediging zijner weetgierigheid: men ontdekt hier bij Tarnowitz, Küpferberg, Rudelstadt, Reichenstein Giehren, een aanmerkelijke hoeveelheid loods, silvers, kopers, arseniks, koboldt, tins,118 in één woord bijna alle metalen schijnen hier in mindere of meerdere mate in den schoot der aarde verborgen: de Krijsopas, een schoone blaauwe steen, wordt gelijk men weet, tot hier toe, alleen in Silesien gevonden. Het voornaamste gewin geeft ijzer &C de steenkolen. Het eerste wordt niet alleen hier &C daar treffelijk bearbeid, maar ook veele duizende centriers (132 p[on]d) Silesisch ijzer wordt uitgevoerd.119 De ommestreken van Waldenburg, het graafschap Glatz &C Opper-Silesien, heeft steenkoohverken, welke naauwlijks, uitgenomen in Engeland, in een land zoo aan merkelijk gevonden worden. De kolen zijn een waare zegen voor Silesien, daar het bouw- brandhout voor de toenemende bevolking, door de verbetering der akkerbouw de meenigte fabrieken zeer vermindert is. Men gebruikt dezelve thans met het beste gevolg in de pannebakkerijen, en brouwerijen, ja zelfs om brood te bakken. Het is over het algemeen moeielijk heden iets bepaalds omtrent het karakter der Inwoonders van Silesien te zeggen, over het algemeen, wijl men zich hier, zoo wel, als overal beijvert voorwaarts te komen, 6c bij ieder volk, dat gecultiveert zijn wil voor een gedeelte reeds meer is, dan in de meeste andere landen, weinige spo ren haares vorigen nationaal karakter gevonden worden. Ook is mij, in het bijzon der, deeze beoordeling zwaar, daar men daartoe langen tijd in een hetzelfde land moet geweest &C het, zoo als men zegt, van de eene naar de andere zijden moet doorkropen hebben. Hierin komt men overeen de reede daarvan is overbekend, dat men alle inwoonders niet naar dezelfde maatstaffe meten volgens eene wijze beoordelen moet, dat men den Inwoonder van Ober-Silesien niet moet vergelijken met den Berg-bewoner. Alles wat ik hier omtrent gehoord, gelezen gezien heb, bewijst mij, dat dit verschil aanmerkelijk is. Personen uit den eersten, dat is uit den adelijlcen dus waarschijnlijk uit den meest gecultiveerden stand, heb ik niet gezien: de oorlog hadt hun alle verwijdert. Dan men kan ook, indien ik mij niet bedriege, naar hun niet oordelen, over het karakter eener natie, daar eene goede levenswijze de gewoontens in den omgang zelve bij deeze classe van menschen overal dezelfde zijn. Intusschen is het oordeel, dat men hier omtrent den Adel voert, niet zeer veree- rend voor deezen stand. Dan misschien is hier ook de les audi alteram partem'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 175