176
DAGBOEK
De pruissische Hulanen,125 want deeze waren het, die ons deezen streek gespeeld
hadden, werden door een sterk corps te vergeefs nagezet, zij ontkwamen. De onze
plunderden bij hunne terugkomst eenige dorpen bragten 200 ossen 1200
schapen in, terwijl zij zich door eenige andere uitvallen, die met een meer of min
der goed gevolg ondernomen werden, voor hun verlies tragtten schaadeloos te stel
len.
De Hulanen vertrokken. Nu vertoonden zich russische infanterie &c cavallerie,
waar onder Baskieren, aan de overzijde.1'6 Men maakte eenen uitval ik was oog
getuige van een vrij levendig gevegt tusschen ongeveer 600 mannen voetvolk van
beide zijden 400 ruiters van de zijde der russen. Dan deeze konden weinig age
ren, daar de grond van water doordrongen was: de Oder was 14 voeten gerezen
door de aanhoudende regen &c hadt den gantschen omtrek onder water gezet
in veele dorpen het vee gedood het koorn, de aardappelen andere veld-vrug-
ten bedorven. De onze weken werden vervolgd tot onder het bereik der kanon
nen van de vesting, welke hunne retraite dekten, het getal der geblesseerden
doden was 50 a 60, waaronder de commandant Martin, chef de l'Etat Major.
In de laatste helft van September werden wij geheel op het naauwst geblokkeert
door een corps Pruis-sen van 5 a 6000 mannen. De boeren kwamen niet meer in
de stad, alle communicatie was belet. Nu maakte men ook aan deeze zijde eenen
uitval, waarbij ook de collonel van het 151ste Regiment geblesseert werdt. Men
bleef intusschen onder het geschut der stad, alleen werden de Tirailleurs van beide
zijden handgemeen.
Zedert dien tijd passeert geenen dag, dat niet eenige kanonnen-kogels naar den
vijand gezonden, wanneer zij zeer nabij komen. Ook grijpen de voorposten van
tijd tot tijd elkander aan, de vijand legt eenige batterijen aan, waarvan reeds
twee in order gebragt zijn andere bearbeid worden: wij hebben dus welhaast een
Canonnade Bombardement te vrezen.
Octobjer]
Alles wordt hier schaars, dus ook duur, vooral heeft men gebrek aan brandstof
fen. Aan de Oderzijde rukt men daarom twee dorpen, die even buiten onze wer
ken gelegen zijn, Gretz de Ober, ter neder, het geen door den vijand niet belet
wordt, doch dit helpt den armen burger niet: 170 zijn reeds om gebrek uit de stad
gelaten zullen waarschijnlijk, wanneer wij niet welhaast ontzet worden, door
veele agtervolgd worden.
Veele soldaten deserteren, van daar een ordre du jour, waarbij de Gouverneur aan
ieder militair 100 franken verspreekt,'27 die hem eenen deserteur terugbrengt, of
een complot tot desertie kan bewijzen. Deeze was van den 3den october, daar
het schijnt dat de Generaal ook oproer van den kant der Burgers vreest, werdt
eenige dagen daarna de nevensgaande ordre du jour geafficheert (zie onder de
stukken die met n. 2 getekend is).l2S Dus is heden den 5 october 1813 onze toe
stand.
De klimmende nood deet [?j tegen het einde deezer maand weder 1800 burgers
deeze plaats verlaten. Voor het overige werden wij door de Belegeraars in rust gela
ten eenige kanonnen- &C geweer-schoten des daags kleine schermutstelingen
der voorposten bij nagt herinnerden ons aan den toestand, waarin wij ons bevon
den. De soldaten vooral Croaten, de Troupes van den Vorst Primaat deserteren