DAGBOEK 183 XI Onderhandelingen en beschietingen Febr. Den 3 vertrokken wederom 2 a 300 menschen uit de stad, onder andere de vrouw van den Heer Herzog haare kinderen. Hierdoor verloor ik al mijn gezelschap, het welk ik meestal in huize zogt vond, van deeze zijde alle reede had, om mij boven zeer veele andere gelukkig te achten. De Parlementaires die in- uitgingen overtuigden ons, dat men mede omtrent de overgaave der stad handelde. Dan ook nu kon men het niet eens worden, en te ver geefs had ik mij op nieuws gevleid eindelijk bevrijd te worden. Nu liet men de twee Forten, den Tambour het Fort Napoleon, in de lugt sprin gen. Men kon dezelve met een guarnisoen van 3000 menschen, waarvan meer als 1000 in de Hospitalen waren, niet verdedigen. Men mineerde de redoute van Zerbau, den Bruckenkopf, een ander werk aan de Oder-zijde, gaf order ook deezen bij de aannadering der vijand te doen springen. De water-redoute werdt sterk bezet aan de stad-zijde gemineert, daar men van deeze zijde, wijl het bevriezen der Oder de stad zwakker maakte, eenen aanval vreesde. Men vuldde de mijnen van de Pruissische zijde, men ondermijnt de Stern-Schans om ook deeze bij aannadering der vijand te laten springen, in een woord, alles wat tot eene manmoedige verdediging bijdragen kan, wordt bij de hand genomen. Daaglijks gaat men voort met het afbreken van Magazijnen huizen, om den militairen hout te verschaffen, men springt brandt de Poolsche brug over den ouden Oder af, om den vijand den aanval te bezwaren &c In den nagt van den 10 Februarij werden wij zeer onzagt in onzen slaap gestoord, daar een aanhoudend Canonnen-vuur, daarop volgende &C met dezelve afwisse lende geweerschoten ons een storm van de Oderzijde deden vermoeden, in welk vermoeden wij meer versterkt werden door het geschreeuw der militairen van beide zijden. Voor Vi 3 uuren werdt een algemeen alarm geslagen ieder begaf zich op zijnen post. Mijn Hospitaal vond ik gesloten, daar ook alle Kranken-oppassers bij storm op de wallen zijn moesten. Te vreden over deeze teleurstelling ging ik naar huis, om het einde van deezen aanval af te wagten. Ongelukkig voor onze woning die onzer Buren hadt men de kanonnen van den Zandberg in de ruinen van Gretz ver plaatst, daar door waren wij volkomen in de Linie. Ten Vi 4 uuren regende het granaten in onzen omtrek ieder ogenblik verwagtte ik er eene in mijne kamer. Ik had mij dus aan het vengster gezet retireerde mij, zodra er een over de huizen kwam, die aan de andere zijde der Ring stonden. Omtrent 4 uuren sloeg een aan den muur aan op dezelfde hoogte, waar ik met het hoofd tegen dezelve geleund was.14s Dezelve vondt, na 4 a 3 duimen te zijn inge drongen, te groten wederstand vloog dus terug op de straat, alwaar zij sprong. De kragt, waarmeede zij aan den muur aansloeg, was zoodanig, dat zij mij bijna ter aarde wierp een vrij sterke kneuzing aan de regter zijde van het hoofd aan- gezigt te weeg bragt. Onze buren aan linker regter zijde kregen eene granaat in

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 185