188
DAGBOEK
werdt dit met eenige kanonnen-ladingen met mitraille beantwoord. Men verhaalt
dat in de proclamatie zoude vervat zijn:
lo Een gebod tot uitlevering van 5 officieren, die tegen hun gegeven woord van
eer gediend hadden, den Genie-Generaal Namptes, drie commandanten de
capitein van de grenadieren van het 1 bat. 151 regiment.
2o de uitlevering van alle geallieerde burgers.
Eindelijk ten 3den de verzekering dat voor de Franschen &C de Geallieerde, die de
vesting niet voor Vrijdag, dus na drie dagen verlieten, of op de aangeboodene con
ditiën capituleerden, niet als russische gevangenschap overbleef.
Wat hier van zekers zij, is onbekend. De Franschen ontkennen dat er eene nieuwe
proclamatie in de stad gekomen is geene der burgers heeft ééne gevonden. Dan
dit bewijst niet, dat er geen zoude ingekomen zijn.
Intusschen is dit zeker, dat 2 parlementairen naar de russen in den morgen de
Gros-Major van het 151sten met den Commandant Martin in den namiddag in
diezelfde qualiteit naar Modlau reden. Het gevolg hunner zending was eene ordre
aan alle militairen, om zich van alle vijandelijkheden van wat aart ook te onthou
den den 6den April stroomden uit de stad het blocade-korps de militairen
elkander te gemoet onderhielden verwelkomden zich als vrienden, terwijl de
onze, om zich van de algemeene krankheid te bevrijden voor de aanstaande
reize te bereiden, paarden-salade (leontodon taraxacum) op het glacis zogten.158
Alle pointen der capitulatie, uitgenomen de voornaamste conditiën in de procla
matie vermeld, zijn onbekend, ook weten wij niet, wat uit ons Hollanders worden
zal? Eenige blijft de vrees bij, dat men ons meede naar Frankrijk zal doen mar-
scheren, ofschoon weder andere van het tegendeel overtuigd schijnen. Na den
middag ging een Parlementair naar de Oder-zijde.
Den 7den ging de Heer Cabalda, Capit. &c aide de camps des Generaals, naar de
Pruissen.
Den Ssten in den avond kwam een russische Major in den stad ging nog voor
den nagt naar het rusische blocade-korps. S'anderdaags ging hij naar het pruissisch
hoofd-quartier van waar hij den vorigen dag gekomen was.
Den 9den en lOden kwamen verscheidene russische officieren in de vesting, van
de onze gingen er daaglijks twee als gijzelaars naar Modlau.
Den 12den kwamen de commissarissen der Pruissen in de stad, ten einde alles over
te nemen, kanonnen, krijgskassen, magazijnen, dat de beide laatste bijna geledigt
waren, verdient wel geene melding.
Den 13den verliet ik in den namiddag de vesting om eene wandeling naar
Rauschwitz te maken mij eenige voor mijne gezondheid thans zeer noodwen
dige levensmiddelen aan te kopen.
Het gevoel van dankbaarheid voor mijne redding de overtuiging van eene op
handen zijnde vrijheid werkten hevig op mijne ziel, terwijl meer dan 2200 mijner
meede-menschen in deeze ongelukkige belegering om het leven gekomen waren.
De Pruissische officieren verzekerden mij op nieuws, dat mijn land bevrijd ware