DAGBOEK
189
ik naar huis keren konde. Welhaast zal ik dus mijne Ouders, Broeders &C Vrienden
wederzien!
14 April
Zondag morgen marscheerde de garnizoen uit om hunne wapenen op het glacis te
strekken; 10,000 mannen, Pruissen Russen rukten in werden met de warm
ste regtmatigste vreugde- vriendschaps-betuigingen ontvangen. Bijna 9000
Inwoonders, die uit nood de stad verlaten hadden, volgden hun op den voet. Nu
begaf zich alles in de kerken, om God voor de gelukkige bevrijding na zoo veel
leeds, te danken, na den Godsdienst verkondigden 50 Canonnen-schoten,
welke in den namiddag herhaald werden, deeze gelukkige gebeurtenis.
Een deel der regering der welgezindste burgers wordt s middags door de Heeren
officieren onthaald, des avonds is de stad geillumineert. De gouverneur heeft voor
Frankrijk eene schuldbekentenis van 1,350,000 fr. &C eene andere voor het afbre
ken der koninglijke magazijnen getekent, welke met de eerste iets meer dan
2,000,000 fr. bedraagt.
Den 19 April gaven de Inwoonders een bal aan de militairen, den 24sten werdt
het inrukken in Parijs de op handen zijnde Vreede op het luisterrijkst gevierd.
Den 20 sten is159 het vaandel van het 151 Reg., het welk ter sluiks meedegevoert
was, denzelfden dag zijn de Heren Parison Langwin hier aangekomen. Zij
waren gardes magazin werden beschuldigt hunne magazijnen niet behoorlijk
overgelevert te hebben daarom door afgezondene Cavallerie terug gebragt. Zoo
kwamen ook eenige paarden terug, die de Franschen hunne regtmatige eigenaren
ontnomen hadden, eenig geld, dat de rijkste zelf aan de ongelukkige Inge
zetenen schuldig gebleven waren.
In den namiddag bevond ik mij in Rauschwitz. Een brand, die toevallig ontstond
vernielde het halve dorp, de laatste bezitting der stad, die reeds zo met schulden
bezwaart is, zoo door den oorlog van 1806, als door de laatste blokades.
Den 21 sten kwam hier een fransch deserteur van de hier uitgemarscheerde met 2
paarden aan, welke hij als zijnen buit betragtte. Men ontnam hem dezelve, om
zich eenigsints schadeloos te stellen, voor alle, die den burgeren zoo tot formering
der cavallerij als tot voedsel der soldaten ontnomen waren.
De oorzaak, dat ik mij nog hier bevinde, was eene order des Gouverneurs, om voor
hunne zieken zorge te dragen na den abmarsch der Franschen. Ik weigerde hier
aan te voldoen, zond dezelve aan den Heer von Blumenstein om zijnen raad in
te nemen. Dan dezelve werdt uit naam van het pruissisch gouvernement geconfir-
meert, wijl zich nog veele der Geallieerde onder de zieke bevonden.