DAGBOEK 197 inscripties ter eere van de verbondene mogendheden ten spot van Buonaparte behangen. Ook hier meede occupeerde men zich nog met geestdrift meenigte bijtende satire of caricatuur vverdt in ons bijzijn aangeslagen. Het koningiijk slot is klein zonder smaak geboucl. De stad is stil, de vrouwen zijn over het algemeen schoon van deeze zijde niet minder aanbevelingswaardig als die van Brunswïjck. 27 S'morgens na 7 uuren verlieten wij Hanover namen onze reis naar Minden. Na twee mijlen gereden te hebben, kwamen wij uit oorzaak van den slegten weg, niet voor middag in Nenndorf aan. Dit dorp is omtrent vijf mijlen van Pirmont gele gen even als hetzelve een in deezen omtrek, zoo wel als in andere landen beroemd Badenoort. Men vindt hier vooreerst zoo wel tot innerlijk als uiterlijk gebruik een met het gas hydrogenium sulphuratum geimpregneerd water, zoo als mij deszelfs smaak reuk bewees.|T' De slijkbaden, waarin hetzelfde gas op een quartier afstand staal-baden andere. Men zeidde mij niet duidelijk, met welk middelzout bezwangerd. Gewoonlijk passeeren hier in deezen oort, die wat de woningen betreft, aan den Keur-vorst van Hessen behoren, meer dan 1200 menschen een gedeelte des zomers, geen wonder, wijl geene plaats, zoo voor gezonde als zieke uitlokken- der zijn kan. De geheele omtrek is betoverend schoon &c nabij de Bade-aanstalten door de kunst geholpen &c vercierd. Eene beschrijving kan hier niet dan onvolle dig zijn. Om Nenndorf te bewonderen, moet men in Nenndorf geweest zijn. Geheele huizen zijn zamengesteld uit kleine badkamertjes, andere zijn tot bekwaa- me woningen ingerigt. In Juny komen de eerste Baden-bezoelcers voor ééne hol- landsche ducaat daags kan men hier rijkelijk leven. Was de weg schoon van Hanover naar Nenndorf, nog schoner was zij van daar naar Minden. Ieder oogopslag leverde ons nieuwe toneelen. Het land is bijzonder vrugtbaar. De bomen groeien zelfs zijn in haar volle kragt op een kalkgrond, die men hier daar laag-wijze aantreft. Stadthagen is de eerste stad van het kleine vorstendom Buckenbitrg verdient wei nig aanmerking. Een uur van daar is Buckenburg zelve, de residentie des Vorsten. Deeze stad is niet zeer groot maar heeft iets vrolijks alles getuigt van den alge- meenen welvaart der Bewoners. Het slot heeft niets bijzonders. Een springende fontein verdient gezien te worden, zij staat voor den ingang des Slots, stelt eene groep voor. De beelden zijn van metaal. De allegorie was mij niet duidelijk: van de drie beelden herkende men alleen het kleinste, de Mercurius. Wij hielden ons eenige ogenblikken in Buckenburg op zetteden nu met meer genoegen, wijl de hitte des daags reeds een weinig gemindert was, onze reis naar Minden voort. De twee uuren die deeze plaatsen van elkander gelegen zijn, sche nen ons eenige oogenblikken, zoo verrukkend waren de environs deezer stad. Eindelijk passeerden wij de Weser kwamen in Minden aan. Na de stad bezigtigd te hebben, die eene der weinig bevalligste is, welke wij tot hier toe gezien hebben, begaven wij ons naar de Comedie, waar wij in een huis aan een koe-stal gelijk door slegte acteurs een paar elendige Farces zagen spelen1"'. Ons geduld was welhaast ten einde wij vereerden het illustre gezelschap dat uit een half vijf twintig menschen bestond, naauwlijks een uur met ons bijzijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 199