DAGBOEK
215
21 Her besluit in Parijs (Bulletin des lois no. 491, no. 9069) is van 3 april 1813: Lichten-
auer 1971, 1 e.v.
22 De te lest van de petitie, noch de briefwisseling heb ik teruggevonden.
23 Thomas Adriaan van Adrichem maakt deel uit van de departementale raad - we zullen
hem in ander verband nog tegenkomen. Met De Kater zal Joost de Kater bedoeld zijn,
in 1815 schout van Burgh, later burgemeester.
24 In het algemeen geldt overigens ook dat De Jonge sterk orangistisch was en bij voorkeur
niet met het Franse bestuur samenwerkte.
25 Het bestuur van het departement Bouches de l'Escaut bestond behalve uit de prefect en
zijn secretaris-generaal Grégoire Dubosch uit een raad van de prefectuur en een alge
mene raad. De eerste raad bestond uit drie vooraanstaande personen (Jacob Snouck
Hurgronje, Hendrik Jacob van Doorn en Jan Pieter Fokker). In de algemene raad had
den in 1813 zitting Francois Ermerins, Johannes J. Maquet, Jacob Hendrik Schorer,
Adriaan F. Lammens (Goes), Willem A. de Jonge (Zierikzee), Aarnout C. van Citters,
Daniël J. de Superville, Jan C. de Bruijn, Aarnout van Tilburgh (Goes, 's-Heer
Arendskerke), Pieter A. Ossewaarde (Goes), Laurens Jan van de Spiegel (Goes), Thomas
A. van Adrichem (Zierikzee), Pieter D. van Hogendorp (Heinkenszand-Goes).
Laatstgenoemde heeft niet getekend (aldus De Jonge) omdat hij onbereikbaar was.
26 In het boekje dat Nagtglas over De laatste maanden der Fransche heerschappij in
Walcheren (november 1813-mei 1814) in 1864 heeft gepubliceerd (ter gelegenheid van
het vijftigjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden), heeft hij een lijst opgeno
men van de Zeeuwse gardes d'honnenr. Die lijst wordt ook in het algemeen in de histo
rische literatuur overgenomen. Dit schrijft Nagtglas: 'Op den 18. julij 1813 werden
door den prefect dertien jonge lieden aangewezen, die de eer zouden mogen genieten
om bij de gardes d'honnenr te worden opgenomen, zijnde de heeren J. van Stapele, J.H.
Schorer, P.N. Schorer, A. van den Broecke Jz., W. Lambrechtsen, P.N. de Bruijn, H. du
Buisson Becius, J.F. Bijleveld, G.P. Verploegh, J.W.F. van Citters, J.F. Lantsheer en J.
Boeije.' Over de selectie van gardes d'honneur in het departement Monden van de
Schelde (in het voorjaar van 1813): Bauwens en Van Driel 2007, 102-107.
27 Hier wordt de term remplacant in algemene zin gebruikt, niet in de specifieke beteke
nis van 'betaalde vervanger' van een dienstplichtige loteling.
28 Leendert Pieter Reuse (1796-1847), wonend te Koudekerke, bekend als heel-verlos-
kundige c.q. chirurgijn. Hij sloot een eerste huwelijk met Frederika Wilhelmina Jager
en na haar overlijden hertrouwde hij met Neeltje Arents. Zoon van Cornelis Z. Reuse
te Bath. De naam Reuse komt voor in 'Aantekeningen inzake de levens van de artsen B.
de Jonge en Francois Clement de Jonge (1766-1834) door mej. Marie G.A. de Man, uit
aantekeningen van haar vader J.C. de Man, (1920)' (ZA, Familiearchief De Jonge,
inv.nr. 103).
29 In het bevolkingsregister van Zierikzee (ZA) vinden we drie artsen met de achternaam
Maatjes: J.B. Maatjes (waarschijnlijk geb. in 1753), Daniel Johan Maatjes (*1752) en
Adriaan Bruinvisch Maatjes. Met een beetje puzzelen zijn de artsen Maatjes (le père) en
neef Maatjes te identificeren. Zie ook: NNBWs.v. Maatjes; een zoon van de Zierikzeese
dokter wordt een beroemde schoolmeester!
30 NAEW, I, 487. Zie ook vooral over het Leidse militaire hospitaal en de rol van
Brugmans: Van der Hoeven, Van de Weser tot de Weichsel, 1994, 75-78.
31 Het is niet gelukt Jogghems te identificeren; mogelijk is hier bedoeld J. Jochems, lid van
de conseil municipal van Den Haag (vergl. Colenbrander 1912, (6e dl., 2e stuk, blz.
1034, noot 1, bij een brief van 26 oct. 1813).
32 Zie o.a. NNBWbdl. I, 1211
33 Na de inlijving werd Van Maanen door Napoleon naar Parijs geroepen om zitting te
nemen in de conseil pour les affaires de la Hollande waarin hij grote invloed had als pre
sident van de sectie wetgeving, binnenlandse zaken en politie, uiteindelijk werd hij
'staatsraad in buitengewonen dienst' en teruggekeerd in Den Haag de facto voor