DAGBOEK
221
169 Herbergzaamheid: gastvrijheid.
170 Maintien: houding gedrag. De 'witte kokarde' (in tegenstelling tot de rood-wit-blauwe
van het Revolutionaire Frankrijk) is een teken van het huis van de Bourbons.
171 Aan het genie Leibnitz.
172 De Brandenburger Tor was de westelijke toegangspoort van Berlijn en is de laatste
bestaande van 18 poorten die Berlijn ooit bezat. De poort, afgebouwd in 1791, bestaat
uit twee rijen Dorische zuilen geïnspireerd op de ingang van de Akropolis in Athene. In
1793 ontwierp Karl Schinkel de Quadriga, de gevleugelde Victoria in haar zegewagen.
In 1806 bezette Napoleon Berlijn en nam de Quadriga mee als oorlogsbuit naar Parijs.
In 1814 stuurde de Pruisische veldmaarschalk Blücher haar weer terug naar Berlijn. De
Jonge is getuige van deze terugreis als het convooi een dagje rust houdt (sejour) in
Brunswijck.
173 Zwavelhoudend water.
174 Farces: blijspelen of kluchten.
175 Hier heelt Drusus (de stiefzoon van Augustus) voor de Tubanten rechtgesproken.
176 Billijke vrees: gerechtvaardigde vrees.
177 Hier heeft De Jonge bekennen moet (half) gecorrigeerd in: bekenne.
178 ZA, Familiearchief De Jonge, inv.nr. 124; dubbel blad, aan 3 zijden beschreven, aan de
laatste verso-zijde geadresseerd.
179 Bij de laatste uitbreiding van de Amsterdamse Herengracht werd het gedeelte ten oosten
van de Amstel tot aan het water van het IJ aangelegd. Dit laatste deel had de naam
Nieuwe Herengracht of ook wel Joden Herengracht, omdat het gelegen was in de jood
se buurt.
180 Wijnaenclts van Resandt 1929, 16.
181 Over Hendrik Jacob van Doorn, die dankzij zijn vrouw, de heerlijkheid 'van
Westcapelle' aan zijn naam kon toevoegen, bestaat een aardig portret als vice-president
van de Raad van State en adviseur van de koning tijdens de politiek roerige jaren voor
de grondwet van 1848, in: Slijkerman 2001, 77-97.
182 Voor de hieronder volgende details van De Jonges leven is geen onderscheid gemaakt
tussen Nagtglas 1893, De Man 1901 en de door de laatste daarvoor gemaakte aanteke
ningen. Als regel geldt dat de persoonlijke en distantiërende opmerkingen op het hand
schrift (ZA, Familiearchief De Jonge, inv.nr. 103) berusten.
183 In zijn aantekeningen die aan deze schets ten grondslag liggen schrijft De Man over een
bedrag van '10 mille' en: 'De Jonge sprak met genoegen over zijne ontberingen in
het belegerde Leipzig, waar hij paardevleesch moest eten'.
184 Zie over hen: De Man 1901, 14-16.
185 Een groot aantal opmerkingen uit De Mans aantekeningen zijn in zijn historisch over
zicht van de geneeskundige school niet opgenomen in het biografisch gedeelte, maar
wel bij de behandeling der vakken. Zo lezen we bij het vak therapie-, 'er was dus,
ondanks veel goeden wil, slechts weinig tijd voor hem over om zich aan de school te
wijden, die hem zoo dierbaar was' (De Man 1901, 54).
186 De Man 1901, 23.
187 Dit Latijnse motto deugcl adelt) stond op de tekens van de Orde van de Nederlandse
Leeuw. Deze werd op 29 september 1815 door Koning Willem I ingesteld. De Orde
'strekt tot vererende onderscheiding van Nederlanders die bewijzen geven van beproef
de vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerplichten
of buitengewone bekwaamheid in wetenschap en kunsten. Voor het vervolg van het
citaat van De Man is van belang te weten dat de orde behalve ridder etc. t/m. com
mandeur en grootkruis, ook de graad van broeder kende. Deze Broeders werden wel
verdienstelijk geacht maar kregen vanwege hun maatschappelijke positie geen ridder
kruis.
188 Glazen of metalen kop, vroeger gebruikt bij het aderlaten.
189 O.a. Eenige opmerkingen over de middelen tegen linttvorm.