234 JAARVERSLAGEN 2006 voordracht over haar zoektocht naar de top tien in de verzameling Gesteenten en Mineralen in verband met mogelijke plaatsing onder de Wet Behoud Cultuurbezit. Op de ledenvergadering van december ontving de vorig jaar als lid van de Coördinatiecommissie terugtreden dr. J.C. Dekker de Genootschaps penning voor haar verdiensten. Volkenkundige voorwerpen De conservatoren drs. F. van der Doe en drs. E.J.M. van der Doe-van der Geest berichten als volgt: Het verslagjaar stond in het teken van het onderzoek van de Raad voor Cultuur naar plaatsing van voorwerpen onder de Wet Behoud Cultuurbezit. In het acht- tiende-eeuwse cluster van verzamelen in de breedte onder invloed van de Verlichting is een groot aantal volkenkundige voorwerpen opgenomen. Veel van de etnografica van het Genootschap dateert uit de achttiende eeuw en is van grote cultuurhistorische waarde. Ook de negentiende-eeuwse voorwerpen die in de top tien zijn opgenomen, zijn in nationaal opzicht bijzonder te noemen. Hieronder bevinden zich voorwerpen die tijdens de eerste wetenschappelijke expedities naar Nieuw-Guinea in 1828 en 1858 zijn meegenomen, voorwerpen uit West-Indië die afkomstig zijn van Lammens, voorwerpen uit West- en Centraal-Afrika van Nagtglas en Martijn en voorouderbeelden (waluts of berhalla's) uit de Zuid- Mo lukken. Het Zeeuws Museum leende voorwerpen die in bruikleen zijn bij het Rijks museum voor Volkenkunde te Leiden, ten behoeve van een tentoonstelling in de Wonderkamer en de inrichting van de in 2007 te openen vaste opstelling. In het verslagjaar werden in totaal 32 objecten tentoongesteld in de Wonderkamer, waar onder voorwerpen van de Zwartvoetindianen, een handschrift op lontarblad, een koningsmuts uit Luanda, een zwarte muts uit Benguela, een ivoren sierkam uit Ceylon, een houten knots uit Fiji, een neussierraad uit Nieuw-Guinea en ver schillende voorwerpen uit Java en Borneo. De aandacht voor de etnografische ver zameling van het Genootschap steunt mede op de enthousiaste en deskundige inzet van de registrator van het Zeeuws Museum, Caroline van Santen. Onderzoek naar voorwerpen werd ook gedaan door J. de la Hayze. Over de definitieve terug keer van de voorwerpen in Leiden naar het Zeeuws Museum wordt overleg gevoerd. De verzameling werd uitgebreid door een schenking door de conservatoren van een tweetal monsters vulkaanas en -zand die afkomstig zijn van de uitbarsting van de vulkaan Semeroe op Java op 15 en 16 november 1911. Het materiaal werd ver zameld en beschreven door J.J. Hage en overgedragen aan het Zeeuws Museum. De uitbarsting is in 1913 door de ter plaatse aanwezige mijningenieur F.A.A. van Gogh uitgebreid beschreven in het Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskimdig Genootschap (p. 744-756; met foto's van de Zwitserse geoloog A. Heim) en is de eerste gedocumenteerde uitbarsting van de Semeroe. In de Genootschapscollectie bevinden zich verscheidene monsters van vulkaanuitbar stingen op Java, zoals van die van de Krakatau in 1883 en van de Kloet in 1890. Ook is er al een potje as van de uitbarsting van de Semeroe, hoewel niet duidelijk is uit welk jaar de as stamt. De Semeroe (gunung Semeru) in het Tenggermassief op Oost-Java is met 3676 meter de hoogste vulkaan op Java en heeft als bijnaam

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 236