JAARVERSLAGEN 2006
241
Het past misschien niet in een jaarverslag, maar het feit is te mooi om onvermeld
te laten. De in Oostkapelle geboren Ada Lillipaly was aan het begin jaren zestig
van de vorige eeuw het buurmeisje van Jan de Visser. Zij bevestigde dat hij toen
reeds mineralen verzamelde en zij heeft zelf letterlijk een steentje daartoe bijge
dragen. Het betreft een uit België meegenomen stuk septariën, versteende klei,
met daarop afzettingen van pyriet en markasiet. Haar steen werd onmiddellijk her
kend ('dat is mijn steen!'). Omdat in de bestaande Genootschapsverzameling al
veel zeer fraaie septariën aanwezig zijn, is dit stuk aan de vinder teruggegeven.
Ook dit jaar werden de natuurhistorische collecties ingezet voor educatieve pro
jecten van het Zeeuws Museum. Zeer succesvol waren de drie middagen voor
jonge verzamelaars, georganiseerd ter gelegenheid van de tentoonstelling Walvis in
de Wonderkamer van het Museum. Deze tentoonstelling, waarop ook een deel van
de mineralencollectie getoond werd, trok een recordaantal bezoekers. Een klein
aantal jonge verzamelaars tussen acht en zestien jaar toonde enthousiast hun ver
zameling en mocht daarna een kijkje nemen in het depot. Conservatoren van de
natuurhistorische collecties waren aanwezig om vragen te beantwoorden. Het was
verrassend te merken hoe veel deze wetenschappers in de dop over hun eigen ver
zameling wisten te vertellen. Voor hen was het bekijken van de Genootschaps
collecties een prachtige ervaring.
Handschriften
De conservatoren G.E.W. Visscher-Passmann en W. Dirksen berichten als volgt:
Aan het eind van de jaren zeventig is op initiatief van H. Kluiver door leden van
de Werkgroep Historie en Archeologie een begin gemaakt met het indiceren van
het oud-archief van het Genootschap. Een lijst van trefwoorden werd opgesteld op
de in meervoud door hen vervaardigde fiches. Toen dit enorme karwei al ver
gevorderd was, heeft het werk door omstandigheden een lange periode stilgelegen.
In de jaren tachtig is het door enkele mensen hervat. De digitalisering van de
handschriftencollectie in de Zeeuwse Bibliotheek eiste veel tijd en aandacht, zodat
het 'indiceerproject' andermaal in het gedrang kwam. In 2006 zijn de drie reste
rende notulenboeken geïndiceerd. De bestaande en de nieuwe fiches worden inge
bracht in een Acces-databestand, ontworpen door P.H. Weltevrede, met zijn zeer
op prijs gestelde begeleiding. Binnen niet al te lange tijd zal het voor onderzoekers
mogelijk zijn om naast de uitgebreide kaartenbakken de computer te raadplegen.
W. Dirksen vervolgde zijn werkzaamheden aan de registratie van de handschrif
tencollectie in de Zeeuwse Bibliotheek.
Boeken
De conservator W. Punt bericht als volgt:
In het verslagjaar werd de kwantitatieve registratie van het oud-bezit van het
Genootschap in de kluis van de Zeeuwse Bibliotheek voortgezet. In aansluiting op
het vorige verslag kan gesteld worden dat de impuls tot kwalitatieve registratie,
namelijk de eventuele plaatsing van boeken onder de Wet Behoud Cultuurbezit en
dus een bezinning op de cultuurhistorische betekenis van belangrijke boeken, een
vervolg kreeg in een publieke presentatie op 15 mei voor de onderzoekscommissie
van de Raad van Cultuur. In het zogenaamde conservatorenoverleg met vertegen-