36
UIT VADERLANDSLIEFDE
Conform de verklaring die Johannes Sachariassen in 1655 bij Borel aflegde, las De
Waard het jaartal '190' als '1590'. Aangezien hij meende dat Johannes
Sachariassen er in de informele gesprekken van 1634 geen enkel belang bij had
gehad iets anders dan de waarheid te zeggen, stond het voor hem vast dat noch
Jansen, noch Lipperhey de echte uitvinder was geweest, maar dat Jansen wel als de
eerste Nederlandse vervaardiger van het instrument mocht worden aangemerkt.
Zijn telescoop had hij kennelijk in 1604 vervaardigd, vermoedelijk naar een ouder
voorbeeld dat afkomstig was van een van de vele Italianen die toen in Middelburg
vertoefden. Dit kon een werknemer zijn geweest van de in 1581 geopende glas
blazerij van Govert van der Haghen of een huursoldaat die was gedrost uit een van
de in de Zuidelijke Nederlanden gelegerde Spaanse legers. Hans Lipperhey zou in
1608 of 1609 wel de eerste vervaardiger van een binoculaire kijker zijn geweest.
Met zijn monumentale bronnenstudie van de uitvinding van de verrekijker heeft
De Waard de wetenschapsgeschiedenis een grote dienst bewezen, temeer daar vrij
wel alle originele stukken in 1940 verloren zijn gegaan. Dankzij de talrijke docu
menten die De Waard in zijn boek in extenso heeft afgedrukt, is er veel over de toe
dracht van de uitvinding in Middelburg bekend geworden. Zijn conclusie dat de
telescoop al in 1604 zou zijn gemaakt, en inderdaad door Sacharias Jansen, wordt
alleen tegenwoordig weinig relevant, ja zelfs onjuist geacht. Recent optisch onder
zoek door Rolf Willach, ondermeer aan bewaard gebleven oude brillenglazen,
heeft veel aan het licht gebracht over zestiende-eeuwse lenzen en destijds gebruik
te slijptechnieken. Door de resultaten van zijn onderzoek te combineren met
schriftelijke bronnen, heeft Willach onomstotelijk aangetoond dat de kennis van
de vergrotende werking van lenscombinaties reeds in de zestiende eeuw bestond.
Wat ontbrak om de telescoop echt bruikbaar te maken was het inzicht dat er dia
fragma's nodig waren om de vormfouten in de lens weg te filteren, zodat alleen het
centrale deel van het optisch systeem tot de beeldvorming bijdroeg. Volgens
Willach heeft die eenvoudige, maar cruciale technologie, in combinatie met het
uitproberen van een grote hoeveelheid lenzen, in 1608 de doorbraak van de tele
scoop teweeggebracht. Daarom ook duikt een bruikbare telescoop ook het eerst op
bij een brillenmaker en niet bij een geleerde. Een brillenmaker zoals Lipperhey
beschikte nu eenmaal over een voldoende grote voorraad lenzen.10'
Voor de hedendaagse wetenschapsgeschiedenis telt vooral het feit dat de telescoop
in 1608 als (bruikbaar) instrument is geïntroduceerd en vanaf die tijd door geheel
Europa heen zijn gebruikers heeft gevonden. Dat neemt niet weg, dat er nog steeds
mensen zijn die de 'ware uitvinder' willen aanwijzen en eren. Met de regelmaat van
de klok wordt de ene keer Jansen, en een volgende keer weer Lipperhey als uit
vinder aangemerkt.'02 In de twintigste eeuw zijn in Nederland tal van straatnamen
vernoemd naar Jansen of Lipperhey. In Middelburg heeft Lipperhey zelfs een
tweede keer een straat naar zich vernoemd gekregen, nadat de eerste - nota bene
een zijstraat van de Zacharias Janssenstraat - in de jaren zeventig van de twintig
ste eeuw een andere naam had gekregen.10' Opmerkelijk genoeg bleef Jansen toen
gehandhaafd. Ook in het in 1948 verschenen boek Grote Nederlanders bij de
opbouw der Natuurwetenschappen werd aan Jansen de prioriteit toegekend en
moesten Lipperhey en Metius het doen met een eervolle vermelding. En opnieuw
was het Borels De Vero Telescopii Inventore dat in de argumentatie de doorslag
gaf.'"4 Nog in 1975 pleitte de bekende astronomische popularisator Bruno Ernst