56 UIT VADERLANDSLIEFDE 68 Harting aan De Stoppelaar, 24 mei 1867. 69 Het zijn in feite vier blikken cilinders. Een ervan past echter geheel in het laatste stuk. Op het eerste gezicht lijkt het dus om drie delen te gaan. Harting geeft de volgende gegevens over de 'korte buis': A: lens 1 - plano-convex: o 3 cm; brandpuntsafstand 9,4 cm: B: lens 2 biconvex 0 ca. 4,8 cm; brandpuntsafstand 8,0 cm. De tweede lens lag los in de buis. Tussen de lenzen was een ringvormig diafragma met een opening van 2,5 cm. middellijn. 70 Harting (1867), 261. 71 Harting (1867) geeft de volgende gegevens over de eerste lange buis: C: lens - plano- convex: 0 7,3 cm, brandpuntsafstand 3,2 meter; afgedekt door een ringvormig karton nen diafragma met opening van 3,6 cm. De lens droeg de inscriptie 10 voel. en een doorgekraste inscriptie 9 voet. Tweede lange buis: D: lens - plano-convex: 0 7,0 cm, brandpuntsafstand 3,96 meter; zonder diafragma. Deze lens droeg de inscriptie 14 voet. 11 Harting aan De Stoppelaar, 6 juni 1867. 73 Zie het naschrift hierna. 74 Harting (1867), 266-267. 75 Harting (1867), 273. Waarom de lange buizen later vervaardigd zouden moeten zijn, wordt door Harting niet gemotiveerd. In Har tings autobiografie (H. 1961) wordt helaas niets over dit onderzoek van Snijders 'kijkers' vermeld. 76 Archief. Vroegere en latere mededeelingen van het Zeeuivsch Genootschap der Wetenschap pen, 2 (1869), 51-52. 77 Nagtglas (1869), nr. 46: 'Een microscoop, alsmede drie lange buizen van twee verrekij kers. Deze voorwerpen zijn naar overlevering de eerste kijkers door Zacharias Jansen in het laatst der zestiende eeuw in Middelburg vervaardigd. Vgl. Prof Harting'. 78 Zie: Catalogue (1877), nr. 3510: 'Compound microscope, invented and constructed about 1590 by Zacharias Jansen, spectacle-maker at Middleburgh, Netherlands, [lent byj the Scientific Society of Zeeland, Middleburgh'. Zie over deze expositie nader: De Clercq (2002-1), die ook uitvoerig ingaat op de afbeelding in de Illustrated London News van 16 september 1876. 79 De Clercq (2002), IV, 13-15. Drie kopieën van Jansens 'microscoop' werden in 1876 vervaardigd door de Engelse instrumentmakers firma Smith Beck, die voor elk exem plaar drie pond rekende. Een enkel exemplaar werd gekopieerd door de firma Elkington. Twee kopieën worden bewaard in het Science Museum in Londen (SM- 1877-616 en SM-1877-534), en een derde in de 'Billings Collection te Washington. Een vierde exemplaar is vermoedelijk via de 'Crisp Collection' eveneens in de 'Billings Collection' terecht gekomen. Zie Billings Microscope Collection (1974), no. 1 en no. 2. 80 Citaat aangehaald in De Clercq (2002), 14, waar ook de recente inzichten aangaande de Galileo-microscoop worden gegeven. 81 Deutsches Museum aan Herrn Dr. R. Fruin, 'Prasident von das Zeeuwsch Genootschap der Wetenshappen', 19 mei en 11 juni 1906. Briefwisseling in archief KZGW. De kopie van de 'Mikroskop' (Deutsches Museum, inv.nr. 5380) is vervaardigd door een niet nader genoemde Middelburgse instrumentmaker ('eine tüchtiche Optiker'). 82 Billings Microscope Collection (1974), no. 1. 83 Zie voor deze intekening in het Middelburgse poorterboek de met een 'N' Nagtglas] en het jaartal 1867 gemerkte notitie in de handschriften van het KZGW, nr. 2863- De Waard (1906), pag. 191, noot 1, bestrijdt de lezing 'van Bristol'. Wellicht was dit een leesfout voor 'van Wesel'. 84 Nagtglas (1888), I, 475. 85 Nagtglas (1977), 114. Zie ook Nagtglas (1891), II, 88. 86 Citaat uit de originele verklaring van Johannes Sachariassen uit 1655. 87 Frederiks (1885), geciteerd naar De Waard (1906), 40. 88 W. Gleuns, in: Algemeen Handelsblad, 25 december 1889. 89 Becker (1890).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 58