UIT VADERLANDSLIEFDE 57 90 Japikse (1890). 91 De Waard (1906), 30. 92 De la Rue (1734), 483. 93 De Waard (1906, 323 23 oct 1610 'Sacharias Jansen, j.g. uut Den Haghe'. 94 De Waard (1906), 123-139. 95 De Waard (1906), 323-324. 96 De Waard (1906), 172-173, die ook de kladnotitie weergeeft uit de notulen van Gecommitteerde Raden, waarin de naam van de jongeman open is gelaten, met de ken nelijke bedoeling deze later alsnog in te vullen. Dat laatste is dus nimmer gebeurd. 97 Van Berkel (1983), 1. 98 De Waard (1938-1953). Inmiddels ook geheel gedigitaliseerd raadpleegbaar via de web site van de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren: www.dbnl.org. 99 In dit in 1610 uitgegeven werk, met de titel Siderius Nuntiushad Galileï zijn eerste sterrenkundige ontdekkingen gepubliceerd. 100 De Waard (1906), 154-155 (met facsimile van de tekst), en De Waard (1945), 376. Vgl. ook 387-388 over wat Johannes Sachariassen van zijn vader had geleerd. 101 Willach (2007), 112-117. 102 Vgl. Goehring (1978). 103 Straten vernoemd naar Sacharias/Zacharias Jan(s)se(n) zijn er in Amsterdam (Water graafsmeer), Den Haag, Middelburg en Tilburg. Vernoemingen naar Lipper(s)hey zijn te vinden in Middelburg, IJmuiden en Zwijndrecht. De Lipperheystraat in Amsterdam is in 1939 omgedoopt in 'James Wattstraat'. De eerste 'Hans Lipperheystraat' te Middelburg is in de jaren zeventig omgedoopt in in 'Prins Johan Frisostraat'. De twee de Hans Lipperheystraat is in 1997 in het uitbreidingsplan 'Veerse Poort' te Middelburg gecreëerd. Voor een 'Jacob Metiusstraat' zijn er voor zover ik weet alleen in Tilburg plannen geweest, die echter niet zijn uitgevoerd. Vgl. ook Kruizinga (1975). 104 Gerrits (1948), 45: 'Evenwel wees Pierre Borel, lijfarts van koning Lodewijk XIV, na een door hem ingesteld onderzoek Sacharias Janssen als de uitvinder aan'. 105 Ernst (1975). 106 Zie de website van het Astrogeology Research Program: toekenning namen in 1935. 107 Watson (2004); Barlow Pepin (2004). 108 Turner (1985), 204. 109 Breen (1909), 188. Zie ook Wijnman (1933). In 1926 identificeerde de numismaat A.O. van Kerkwijk een in 1628 te Amsterdam vervaardigde Neurenbergse rekenpen ning met het opschrift 'ZACHARIAS IANSSEN' als een product van de uit Middelburg afkomstige brillenmaker en valsemunter. Deze identificatie is echter weer legd door Wijnman (1934), die aantoonde dat het hier om een andere Zacharias Janssen is gegaan, die in 1628 van de Generaalmeesters van de Munt toestemming ver kreeg tot her aanmaken van rekenpenningen. 110 MaandbladAmstelodamnm 6 (1919), 5 en ibidem, 21 (1934), 83, onder verwijzing naar het tijdschrift Eigen Haard, 8 november 1919. 111 Van Helden (1994), 11. 112 Vgl. onder meer Dear (1985) en Shapin (1994). 113 Van Helden (1994), 15. 114 Harting en Matthess (1853), 70. Dat Flatting in feite de auteur van dit stuk is, blijkt uit p. 118. 115 In 1890 lijkt de oorspronkelijke houten kist van Snijder te zijn vervangen door een nieuwe kist, vermoedelijk met het oog op de grote jubileumtentoonstelling '300-jaar' microscopie in Antwerpen. In de bijlagen van de rekeningen van het Zeeuws Genootschap is althans de op 27 januari 1890 gedateerde nota van B. Neelmeyer te vin den voor een 'grenenhout kist voor kijker gemaakt van binnen met vilt bekleed en 2 slo ten en scharnieren f 18,60' (Zeeuws Archief, Archief KZGW, inv.nr. 288). Vriendelijke mededeling mevrouw K. Heyning te Middelburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 59