24
VLAAMSE EN ZEEUWSE KAAPVAART
trerolleur diende de opgebrachte prijsschepen, na lossing, samen met de provoost
te onderzoeken op achtergebleven goederen en erop toe te zien dat geen goederen
werden weggedragen door bootsgezellen of anderen. Om de vendumeester te con
troleren hadden de advocaat-fiscaal en de contrerolleur altijd recht op inzicht in
de boekhouding van de vendumeester en toegang tot de pakhuizen waarin de
prijsgoederen werden bewaard.48 In Vlaanderen bestond de functie van vendu
meester niet als zodanig. Daar was het de taak van de griffier van de Admiraliteit
om de buitgemaakte prijzen af te handelen.
De vendu
Als een veroverd schip de haven was binnengebracht, volgde een vaste procedure.
De contrerolleur, de fiscaal en een gecommitteerde van de Admiraliteit begaven
zich naar de haven. Na afmering, waarvoor liggeld betaald moest worden, zette de
provoost meestal twee man bewaking op het schip om diefstal en fraude te voor
komen. De procureur bepaalde de waarde van de prijs en de lading en onder toe
zicht van de Gecommitteerde Raden werd de lading van het schip gelost en in een
pakhuis opgeslagen. Het schip mocht alleen in aanwezigheid van de contrerolleur
en van minstens één raad gelost worden. De contrerolleur maakte de inventaris
van alle goederen op. Deze bescheiden werden, samen met de scheepspapieren,
getekend door de aanwezige gecommitteerden en opgestuurd naar de Admiraliteit
in de Abdijgebouwen te Middelburg. Aan de hand van deze papieren werd bepaald
of een schip of lading rechtmatig was genomen. "Was dit niet het geval, dan werd
de prijs vrijgegeven en moest de reder van de kaper die de prijs had buitgemaakt,
voor de onkosten van de vendu opdraaien.
De openbare verkoop vond in de praktijk vlug na de opbrengst van de prijs
plaats. Dit had voor alle partijen voordelen. Ten eerste bedierf de lading niet tot
profijt van eiser en reclamant. In de tweede plaats werd het risico van diefstal
uit de pakhuizen klein gehouden en dienovereenkomstig bleven kosten voor
bewaking en assurantie laag. Ten derde behoedde de girale afwikkeling van de
zaak de partijen voor onnodige rompslomp met schepen en goederen. Bovenal
was dit de veiligste manier om het kapitaal te behouden. Geld was gemakkelijk
en veilig via wisselbrieven te transporteren. Voor de reclamanten hadden de
goederen geen emotionele waarde, ze waren slechts het substituut voor het
kapitaal van de investering. Ten vierde bespaarde deze handelswijze de Admirali
teit problemen met opgeslagen goederen en schepen die oneindig zouden weg
rotten in afwachting van de uitkomst van juridisch getouwtrek. De opbrenger en
de Admiraliteit hadden nu geen bijkomende kosten aan liggeld en rentederving.
Lange procedures kwamen wel nog voor, maar beperkten zich in ieder geval tot
het papier.4y
In Vlaanderen werd de veiling aangekondigd door de bel van de clincher van de
Admiraliteit. Na 'behoorlycke clinckinghe' werd de leiding van het gebeuren over
gelaten aan de roeper. Behalve met de leiding van de verkoop, was hij eveneens
belast met het nemen van de nota's.
De deurwaarder van de Admiraliteit verspreidde aanplakbiljetten waarin de open
bare verkoop werd aangekondigd. Enkele dagen voor de aanvang van de veiling
werden de goederen in ldeine partijen of kavels verdeeld, waardoor niet alleen de
grote koophuizen kans hadden op de vendu. Tijdens de veiling werden opeenvol-