114 THEATRUM ANATOMICUM Bijlage 1 Reglement van het in 1668 opgerichte Collegium Medicum Medioburgense, onder de zin spreuk 'Majestate et fide' Onderstaande tekst is door dr. J.C. de Man afgeschreven van het Latijnse origineel, dat in 1940 bij de brand in het Middelburgse stadhuis verloren is gegaan. In 1882 heeft De Man het stuk in het Nederlands vertaald en gepresenteerd op de jaarvergadering van de afdeling Walcheren van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor de Bevordering van de Geneeskunst (KNMG). De Mans vertaling is hieronder letterlijk gehandhaafd, alleen is de spelling iets gemoderni seerd.164 BESLUITEN EN BEPALINGEN van de in Middelburg als collegialiter de praktijk uitoefe nend beschouwd wordende Doctoren, van wier genootschap de hernieuwers en tevens vaststel- lers van de volgende wetten zijn: ANTH. EVERARD, Praeses; FLORENTINUS MICHAELS, Assessor; CORN. V. D. VOORDE, Scriba; FRANC. BAUT; GALENUS TRESEL; JOHAN NES LIPPENS; JOHAN BISCOP; JOHANNES MONJÉ; HUGO VAN DEN BRANDE; JOHANNES WITTERBURN; JACOBUS MICHAELS. Uit vriendschap, zonder de angel der afgunst, opgericht en vastgesteld in het doctorengenootschap te Middelburg, 5 September 1668. Artikel 1 Vermits het bij de edel achtbare en zeer aanzienlijke heren overheden van deze stad Middelburg, sedert lange tijd is goedgevonden en door openlijke ordonnantiën bepaald, dat niemand in die stad de praktijk zou uitoefenen, voordat hij zijn diploma had laten zien en visiteren door de voornaamste (of oudste?) doctor en aan de gewone doctoren zou laten zien, opdat het blijken zou, dat hij aan enige openlijke academie of doorluchtige school de bevoegdheid had erlangd de praktijk uit te oefenen, hebben wij overeenkomstig die allerbillijkste bepalingen vastgesteld, geen medicus in ons genootschap op te nemen, tenzij hij aan bovengenoemde eisen voor het genootschap heeft voldaan, en ieder die wenst lid te worden behoort dit te voren [aan] de voorzitter te kennen te geven. Artikel 2 De medicus die in dit genootschap is opgenomen, zal met alle gewone medici, als dit gevraagd wordt, consulten houden en tezamen komen, en dus zal geen lid des genootschaps consulteren met een medicus, die zijn diploma niet ingeleverd, of zijn naam niet opgegeven heeft, tenzij deze belooft het binnen korte tijd, te weten binnen drie maanden, te doen, op boete van drie gulden. Artikel 3 Geen collega zal direct of indirect een monopolie hebben met een apotheker, een rondventer, een kwakzalver of met iemand anders, op zijn eed en daarenboven op een boete van 20 gulden. Hij zal ook geen baardscheren of enig ander vernederend werk doen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 116