De publiciteit
10
ZEEUWSE MEISJES
de Code Pénal, het in die tijd nog steeds in Nederland geldende wetboek van straf
recht. Dat kende slechts één leeftijdsgrens. Wie zestien jaar of ouder was, gold voor
het strafrecht als volwassen (A in het hier opgenomen schema), voor wie jonger dan
zestien was, waren er speciale regels (a en b). Van belang was allereerst de vraag of
zo'n zestienminner om het modern te zeggen - met het zogenaamde 'oordeel des
onderscheids' was te werk gegaan. Hetgeen door de jongere was misdreven, kon
hem of haar alleen worden toegerekend als er eenvoudig gezegd sprake was
geweest van het besef dat men iets deed dat niet geoorloofd was. Nam de rechter
aan dat de schuldig verklaarde verdachte met oordeel des onderscheids had gehan
deld, dan volgde straf, zij het wel met gereduceerd tarief: de helft van wat iemand
boven de zestien zou krijgen (a in het schema). Was dat oordeel des onderscheids er
niet geweest naar het oordeel van de rechter, dan waren er twee mogelijkheden. Het
kind moest naar een verbeterhuis, uiterlijk tot zijn twintigste jaar (bl), of werd aan
zijn ouders of andere naaste verwanten12 teruggegeven of overgedragen (b2).
Schema leeftijdsgrens en oordeel des onderscheids
1 6
a
A
bl
b2
De officier van justitie eist in dit geval straf, en wel het maximum, in dit geval de
helft van vijfden jaar gevangenisstraf. Of de officier een motivering voor zijn keuze
heeft gegeven, is onbekend. De rechtbank vonnist op 5 oktober 1868 conform.
Geertje en Maria krijgen zeven en een half jaar gevangenisstraf, de laatste bij ver
stek. Van enige motivering door de rechtbank van het aannemen van oordeel des
onderscheids en van de strafmaat is geen sprake.
De kinderen hebben niet in voorlopige hechtenis gezeten. Wel verblijven ze van
28 tot 31 oktober 1868 in het huis van bewaring in Goes, om van daaruit naar
Montfoort te worden overgebracht. Zo komt het dat we onder meer weten dat zij
beiden blond zijn, en 'roomsch'. Schrijven kunnen zij niet en lager onderwijs heeft
ook de oudste niet gehad. Maria is 1 meter, 27 cm en 6 mm lang, Geertje 1 meter
en 2 cm. Hun gedrag in deze dagen werd als 'goed' beoordeeld.13
Hoe kwam later, in 1870, de zaak precies aan het rollen? In de eerder genoemde
brief van 23 maart van dat jaar aan de procureur-generaal bij het gerechtshof in
Zeeland lijkt wel gesuggereerd te worden dat een routinecontrole tot ontdekking