THEATRUM ANATOMICUM 137 120 B. de Monconys, Journal des voyages oü les sgavants trouveront un nombre infini des nouveautez, Lyon 1665, 109-113; Paris 16952, vol. 2, 216-222. Zie ook: H.J. Zuider vaart, 'Hun eigen venster op Gods schepping. Zeeuwse verzamelaars van zeldzaamheden in de zeventiende en achttiende eeuw', Zeeland 12 (2003) 81-87. 121 E. Brown, Naauwkeurige en gedenkwaardige reysen door Nederland, Duytsland, [etc.], Amsterdam 1696, 37. Voor Leiden en Amsterdam zie: 12 en 23-24. Vgl. ook: C.D. van Strien, British travellers in Holland during the Stuart Period. Edward Browne and John Locke as tourists in the United Provinces, Leiden/New York 1993, en idem, Touring the Low Countries. Accounts of British travellers 1660-1720, Amsterdam 1998. 122 G.J. Hoogewerff (ed.), De twee reizen van Cosimo de Medici, prins van Toscane, door de Nederlanden (1667-1669). Journalen en documenten, Amsterdam 1919. 123 De Man, Geneeskundige School, 38. 124 Collectie Fokker (UBA): notitie d.d. 6 maart 1660: bijeenkomst van het stadsbestuur met Nicolaas Blankaart in Roode Leeuw te Middelburg over de Illustre School 'alzoo dese schoole te niet geloopen is'. Vgl. ook het daar genoemde incident d.d. 5 febr. 1661 waarin N. Blankaart verlangde dat voor hem de zitplaats in de Nieuw Kerk in het gestoelte van de Raad van Vlaanderen opnieuw geopend werd. Het stadbestuur wilde echter dat hij na ontvangst van een eenmalig bedrag afstand zou doen van zijn (nominaal) professoraat. Vgl. ook Blankaarts ontslagbrief met 'vereerend getuigenis' afgegeven door burgemees ters, schepenen en raden van Middelburg op 28 september 1666. Tresoar, Leeuwarden, sign. 409 Hs. 2. 125 O. Schutte, Het album promotorum van de academie te Harderwijk, Zutphen 1980, 23. Zijn niet gedrukte dissertatie ging over de pest. 126 Ferdinand Gruiwardt droeg zijn Medicinale en chirurgicale observatiën aengeteykent in sijn sesendartig-jarige ondervindinge, Amsterdam 1688, op aan zijn 'twee goede vrin den' Nicolaas en Stephanus Blankaart. Van laatstgenoemde, die in Amsterdam op het drukken van Gruiwardt boek had toegezien, is ook een lofdicht in Gruiwardts werk afgedrukt. In 1691 was Gruiwardt overigens minder over Steven Blankaart te spreken, aangezien deze tal van drukfouten in de uitgave had laten staan. Zie: F. Gruiwardt, Ver- volgh van de deductie of tragedische historie, Goes 1691, 23-26. 127 Jorink, Boeck der Natuere, 252-254, noot 373. 128 S. Blankaart, Collectanea medico-physica 1 (1680)afl. 1, 181:'In Middelburg tot Zeeland is ons te zien gekomen een kalf met twee hoofden.'; afl. 2, 149: 'Over eenige tijd in Mid delburg tot Zeeland zijnde, is mij aldaer by een goed vriend een Henne getoont met vier poten Vgl. ook all. 1, 69: 'Heeft in Middelburg een man gezien met een witte en een zwarte knevel.' 129 Blankaart, Venus belegert en ontset. 130 De Baar heeft vastgesteld dat ongeveer 10% van Bourignons 'geestelijke' netwerk uit artsen heeft bestaan. Zie: M. de Baar, 'Ik moet spreken'. Het spiritueel leiderschap van Antoinette Bourignon (1616-1680), Zwolle 2004, 345. 131 I.H. van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725, dl. 4, Amsterdam 1967, 159- 162. 132 In 1681 verscheen het nog door De Heyde vertaalde Vervolg of tweede deel der reden- kundige verhandeling van de kragt en werking der genees-middelen [van Thomas Willis] Amsterdam 1681. Later dat jaar kwam Willis' volgende boek op de markt: Nieuwe ver handeling van de koorsen, ditmaal vertaald 'en met noodige aanteikeningen verrykt' door Stephan Blankaart, Amsterdam 1681. 133 A. de Heyde, 'Opdragt' aan 'Christiaan Thibault, regerend burgemeester der stad Mid delburg', in: Van de Voorde en De Heyde, Nieuw lichtende fakkel. 134 K. van Berkel, Citaten uit het boek der natuur. Opstellen over Nederlandse wetenschapsge schiedenis, Amsterdam 1998; Jorink, Boeck der Natuere. 135 De Heyde, 'Opdragt'. 136 De Baar, 'Ik moet spreken, 513; De Man, 'De Heide', 26. Een uit Rijnsburg geschreven

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 139