156 ZELFPORTRET 'k Heb (of liever: 'k had) alles in overeenstemming gebracht met het oudste, dus 't laatst gevonden h.s.3' Dat was 'n heel werk, want het bleek me, dat in 't door mij reeds gecopiëerde vrij wat fouten zaten. Ook waren daarin regels vergeten. Ik kon dat oudere natuurlijk slechts volgen voor zoover 't er was. De rest liet ik, zooals ze was en verwees met 'n noot waar het oudere begon en ophield.33 Ik vertelde u reeds, dat ik in 't Kerk. Archief neusde. De strijd der predikanten tegen de rederijkers moet toch wel voornamelijk geweest zijn tegen "t paeps' gedoe. De naamlijsten wijzen op echt katholieken. Eigenaardig vind ik in 'n 'boek': Adry- han Copmels die is als pellegreme na roomen toegegaan den 2 October tot Roomen gekomen de 1 december In den Jare 1778 en wederom gekomen den 5 februari 1779 gelukkigh en voorspoedigh. (de man stierf reeds 6 nov. 1780). Avonden aan avonden ben ik bezig geweest met snuffelen, aanteekeningen te maken, van noten te voorzien enz. 'k Ben benieuwd wat het Z. Genootschap doen zal! Wat eigenaardig, dat het verhaal zoo'n verbazende uitgebreidheid heeft. Ik zal daar in m'n bewerking op wijzen. Toch meen ik, dat het bezwaarlijk zal gaan al die gegevens te verwerken. De arbeid wordt dan tè omvangrijk. Toch wou ik te gele- genertijd nog wel eens graag horen, waar U die afbeeldingen aantrof en wat die voorstellen. 't Is me niet mogelijk uit te vinden, hoe het Spel zelf op 's-Gravenpolder is beland. Zulke geesten zal de parochie toch wel niet gehad hebben, dat het een product van eigen bodem kan zijn! Dien regel: Hoe Nepos ist, dat ick den Jancker met mijnperte nare blijft me maar duister met zijn Nepos.34 Dan heb ik 'n regel als de twee zinnen den 'weerdt' gaan van cante helpen: Wij gaen derrewaerts Om hem de mate te meten// toch Her, nu wilt sijn leven/ ons roux wij er om twist Niet langer deuren dan een peyrt en pist. Dat onderstreepte, daar zit ik mee.35 Wien zou bedoeld worden met Thamer? De stadh. vraagt: Waer sijgge met het lichaem bleven? Antw: Dat leyde wij in een kiste// om werden te quiste eert ergens al gerocht.36 'k Vind het heel best, dat U in een of ander filologisch tijdschrift een art. schrijft over 't Spel van den Stadhouder. Maar dan krijg ik dat wel eens ter lezing, niet waar. Voor zoover ik weet, is het Zeeuwsch a capella koor druk bezig met onze Zeeuw- sche cantate in te studeren.37 Het plan is, er in Januari te Middelbjurg] mee voor 't voetlicht te komen. De muziek moet heel mooi zijn. Laatst kreeg ik 'n schrijven van den Secr. der Zeeuwsche vereen, te Utr. om daar op te treden. Ze vroegen me condities en die schreef ik. 'k Heb daarop nog geen antwoord ontvangen. Leest U, Ons Eigen Tijdschrift?38 In 't Dec. of Jan. nummer zal daarin een schetsje van me staan: Bijgeloof op Zd Beveland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 158