214 JAARVERSLAGEN 2008 Pleistocene ulna van 'Bos taurus', een mio/Pliocene borstwervel van een grote Mysticeet (walvisachtige) (met een etiket van een schelp uit 1975), een huidplaat van het schild van een valse of echte caretschildpad met een weinig verduidelij kend etiketje en collectienummer 3060 (wat niet overeenstemt met dit nummer in de lijst van van der Feen uit 1951). Deze drie stukken komen uit de oude KZGW- collectie maar waren op één of andere manier in het SCEZ verzeild geraakt. Daar naast vier Pleistocene botten uit de Oosterschelde, uit de SCEZ-collectie, maar nu aan het genootschap geschonken omdat zij niet thuishoren in de SCEZ-collectie: een van een wolharige neushoorn, een tibia en een van een paard en een onbekend stuk. Deze vier laatste werden ontzilt en behandeld. Overdracht door Bram Goetheer van archiefstukken die in het bezit van Jaques Moraal waren. Eén boek: Das Skelett der Erhinodelphiden door Othenio Abel (KNMB-1931), drie enveloppen en een plastiek map met documenten: 1) enve loppe met documentatie en handgeschreven reisverslag van J. Moraal van een reis naar Italië in 2000-20012) enveloppe met origineel plan van de opstelling van de Mammoet uit 1972, met correspondentie, lijst van de gebruikte beenderen (1982) en schetsen van de opstelling. In deze enveloppe ook een overdruk uit Van Deijnse, A.B., juli 1999, over Praeovibus priscus in de Noordzee; 3) een artikel over de vondst van de eerste resten van kleine zoogdieren uit de Oosterschelde, met een aan de kor vastgehaakte zeef opgevist. Een tekst over pathologische afwijkingen aan mammoetribben in de KZGW-collectie, een artikel over het opvissen van de Anancus arvenensis. Een enveloppe met twee kopieën van de overeenkomst tussen de Gemeente Vlissingen en het Genootschap, over de bruikleen van negentig bot ten in ruil voor die van het zgn 'wiel van de Ruiter, etc', en een kopie van een huur overeenkomst betreffende het gebouw aan de Wagenaarstraat 1. Deze enveloppe bevat ook een grijsblauw mapje met drie handschriften en een getypte lijst uit 1948 van de heer dr. Unger; correspondentie in verband met deze overdracht. Tenslotte een enveloppe met een artikel van Lex Kattenwinkel (2003), een paar brieven van aan de heer Moraal, een nummer van Voluta en een brief van de Universiteit van Utrecht (11 nov. 1997) in verband met de teruggave van een walrustand uit de Genootschapscollectie. Het stuk werd in 1958 per vergissing in de Utrechtse col lectie ingeschreven. Hoe het stuk in Utrecht terecht kwam, is niet duidelijk; 4) een plastiek map met een getypte versie en twee diskettes met de tekst 'de geschiedenis van de verzameling' uit mei 1997 van F. Smulders. Tevens een kopie van een verslag uit 1966 van Van der Feen, betreffende het determineren van 'opgekorde skeletde- len van zoogdieren' beperkt tot landdieren, ongeveer 800 stuks in totaal. Verder nog een oud plan van de Oosterschelde (1966) van het 'visgebied' van Kor Bot (Roggenplaat bij Burgersluis en Koudekerke, Schouwen). Ook twee verslagen van Klaas Post van de bottenvistochten (Westerschelde, Margriete, put van Terneuzen), van 2002 en 2003. De destijds opgeviste stukken werden in 2005 door mij genum merd en ingevoerd in de nieuwe NHG-lijst. Andere giften: F. van Nieulande: neusplaat Mola sp. (Kaloot); Bart de Jong: ulna van Odontoceet; Paul Blomme: bulla Ziphiiidae, perioticum van Protophocoena. Via Bram Goetheer: een bot (ribfragment) gevonden door H. J. Raad te Oran jezon, op 12 december 2007; Riaan Rijken: onderkaakfragment van Sus scrofa (Kaloot); Mark Bosselaers: een tandfragment van een Carcharocles angustidens, een cleithrum van een kabeljauw, een neusplaat van een maanvis, een huidplaat van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 216