Wibaut VOLKSHUISVESTING 71 Net als in Amsterdam, waar hij als wethouder uiteraard veel meer invloed had op de bouw van arbeiderscomplexen, liet Wibaut op afstand ook in Middelburg zijn bouwsporen achter. In Amsterdam verwierf hij de bijnaam 'De Machtige' door zijn intense bemoeienis met de stadsontwikkeling. In Middelburg is zijn statuur beduidend minder. De nuchtere instelling van de Zeeuwen zal daar wel debet aan zijn. Ten onrechte natuurlijk. We zouden hem een grotere plaats moeten geven dan we nu doen met een plaquette op de gevel van zijn huis aan de Lange Noordstraat. Als we een standbeeld voor de man, die zich ook in de Zeeuwse hoofdstad met hart en ziel inzette voor de volkswoningbouw, te ver vinden gaan, laten we dan ten minste een straat naar hem vernoemen. Zeeuwse bouwers komen er wat dat betreft toch al mager vanaf. Ook naar De Blieck, De Munck, Van Baurscheit de jonge, Goethals, Van Nieukerken, Rothuizen en Götzen zijn geen straten vernoemd. Wat dat betreft heeft Van Epen geluk gehad. Hij die vlak voor zijn dood in 1960 over zichzelf zei: 'Ik ben wel eens voor idealist uitgescholden, maar welk goed denkend mensch is geen idealist? Ik ben idealist, maar ik sta graag met mijn benen op de grond. Wanneer ik mijn idealisme in de praktijk had laten gaan dan had ik geen 2000 woningen gebouwd. Ik zou de arbeiderswoningen gebouwd hebben zoo mooi als mijn idealisme dat gewenscht had en het resultaat zou zijn geweest dat er niet een arbeider in had gewoond', kreeg in ieder geval het Van Epenpark. Nu Wibaut nog!

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 73