WANSCHEPSEL, 82 THEATRUM ANATOMICUM tnatomifche Refchrijvin^c Slderfcb/iMS b u yten Aerdcnl/urg O NT L S E T, Door Jonck-Hr Louis de Bn.s, Hccrc van CepptnfJ.unurtRoam, he. Btilliu dcr Steele cn Schcpendcjnunc •exn<Merientmrgl Bmr. fi-civt)i GefinJen dur J" Hen- 'Do/for F de Race ten A Pirent, Tbd. tSHed. •Die}. To: MIDDEL BURGH. Ucdiuelt by 7/i»K,SuidrBocck-dntdiet 'ovntndc op de Wall, isihm i6fg. Afb. 2. Anatomische Beschrijvinge van een Wanschepsel in 1657 te Aardenburg ontleed door Louis de Bils, uitgegeven te Middelburg in 1659. Universiteitsbibliotheek Leiden. gehouden - balsemmethode, heeft De Bils onbedoeld een enorme impuls gegeven aan het anatomisch onderzoek in de Noordelijke Nederlanden.24 Kortom, juist in 1655 was er in Middelburg alle reden om een anatomische ont- leedplaats te creëren. Wellicht heeft men zelfs met de gedachte gespeeld om zo De Bils voor zich te winnen. In elk geval verhuisde rond deze tijd ook diens bewonde raar, de arts Abraham Parent, vanuit Sluis naar Middelburg. Daar gaf Parent hoog op van De Bils' kwaliteiten. Toen De Bils in 1657 een spectaculaire ontleding uit voerde van een te Aardenburg doodgeboren 'Wanschepsel', een Siamese tweeling, zorgde Parent ervoor dat een geïllustreerd verslag van deze sectie in Middelburg werd uitgegeven (afb. 2).25 Hoe dan ook, het zou nog tot 1658 duren voordat de verbouwing van het voormalige Middelburgse pakhuisje tot anatomiekamer gereedkwam. De Bils, die in 1656 baljuw van Aardenburg was geworden, was toen alweer metterwoon naar Sluis teruggekeerd. De inrichting van de Middelburgse anatomiekamer 1655-1658) Uit de negentiende-eeuwse beschrijving door De Man weten we dat de in 1658 gereedgekomen anatomiekamer een 'ruime, maar kille, niet genoeg verlichte kamer' was, met een grotendeels stenen vloer. Inwendig was de kamer nagenoeg vierkant: ruim zeven meter lang en breed, met een plafond op ruim vier meter hoogte. Daarboven was nog een opslagzolder, die via een buitentrap toegankelijk was. Over de inrichting zijn niet veel details overgeleverd. Een bewaard gebleven plattegrond uit de negentiende eeuw onthult een halfcirkelvormig theatrum, met een afvoerput in de hoek van de zaal: weliswaar betreft dit de vorm waarin het thea ter omstreeks 1755 opnieuw was ingericht, maar de kans dat bij die gelegenheid de oude vorm is gehandhaafd, lijkt redelijk groot (afb. 3). Een echt amfitheater was er in het allereerste begin sowieso nog niet. In 1657 was er wel een nieuw skelet gefor meerd.26 En 'uyt liberale gunste' had de stadssecretaris Simon van Beaumont, die vanwege de stad als overdeken bij het chirurgijnsgilde was aangesteld, een instru mentkast geschonken 'weerdig over seventig caroli guldens'. Om die kast te vullen waren bij de Rotterdamse instrumentmaker Gisbrecht Servaeszoon diverse nieuwe

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2009 | | pagina 84