Conclusie
108
WALLERAN SANDRA
waarmee hij in klasse zes viel. In 1710 werd hij aangeslagen voor een bedrag van
4.333 gulden. Daarmee behoorde hij tot de acht best verdienende regenten van
Middelburg. De familie werd voor 13.000 gulden aangeslagen. Sandra's (geschatte)
inkomen was inmiddels opgelopen tot 8.000 gulden per jaar, waarmee hij naar
belastingklasse 3 opschoof.70 Zoals we eerder al zagen, was dit bedrag slechts het
topje van de ijsberg: het werkelijke vermogen van de regent was veel groter. Alleen
al uit de equipage van de Peerl blijkt welke gigantische jaarwinsten er werden
geboekt. Jean Walleran Sandra moet dan ook tot de rijkste kooplieden van de stad
worden gerekend en zou tegenwoordig zeker in de Quote 500 terecht komen. Ook
de omzet van de Middelburgsche DLH (waarvan de winsten helaas niet bekend
zijn) duidt op aanzienlijke verdiensten van Sandra. Dat de directeuren op het juiste
moment op het juiste paard hadden ingezet, blijkt onder meer uit de woorden van
consul De Hochepied, die op 31 maart 1698 aan de Staten-Generaal schreef:
'want het schijnd, dat de schippers, die van Zeeland uytvaren, in dese navigatie
smaak beginnen te krijgen; die door hare spoedige ryse met hunne welbeseylde
fregats de groote scheepen niet weynig in 't vaarwater gaan leggen ',71
Jean Walleran Sandra was een gewiekst zakenman die zijn belangen spreidde en zijn
vermogen gestaag opbouwde. Had hij al tijdens de Negenjarige Oorlog aandelen in
de commissievaart genomen, dan was zijn vermogen wellicht nog vele malen groter
geweest. Onder invloed van het succes van de DLH liet hij zijn 'ethisch correcte'
houding echter tijdig varen, waardoor hij in de laatste vijftien jaar van zijn leven
tienduizenden guldens zou verdienen aan smokkel- en kaapvaart, activiteiten die
hij handig wist te combineren met functies binnen de magistratuur en de VOC
en WIC. Door koophandel, kaapvaart, smokkel, politieke functies en aandelen
in de WIC, de VOC en buskruitmolens met elkaar te combineren werd hij een
van de invloedrijkste Middelburgers, en niet in het minst doordat hij zich nim
mer op de voorgrond plaatste. Aanvankelijk was Sandra het familiebedrijf trouw
gebleven dat al door zijn grootvader Jaspar Sandra was opgezet. De firma Buteux
en Sandra hield zich lange tijd vooral met lakenhandel bezig en was over beide
zijden van de firmanten drie generaties lang actief. Door over en weer huwelijken
te sluiten werd de firma een heus familiebedrijf. Het was Jean Walleran Sandra die
halverwege de jaren negentig inzag dat de bijna vijftigjarige traditie van lakenhan
del gebaat was bij een koerswijziging. Met zijn aandelen in de DLH, een bedrijf
dat commissievaart handig combineerde met zijdehandel, stroomde het geld bin
nen. Wellicht heeft dit geleid tot een meningsverschil met Pieter Buteux jr. over de
toekomstvisie op het bedrijf, want in de maand waarin de Spaanse Successieoorlog
uitbrak, werd de firma Buteux en Sandra opgeheven. Van Pieter Buteux horen we
daarna weinig meer, al laat Sandra in 1706 zijn aandelen in de DLH aan hem over.
Het handeldrijven met een netwerk van familie en bekenden bleef een kenmerk
van Sandra, maar daarnaast investeerde hij zijn geld in bijzonder lucratieve private
ondernemingen, waardoor hij binnen de Zeeuwse commissievaart en smokkel tot
een van de belangrijkste reders in de provincie kon uitgroeien, terwijl hij tien jaar