WALLERAN SANDRA 111 27 SAA, IB Jacques de Lannoy - Cornelia de Brier, inv.nr. 2084 en 2135. Brieven van onder meer 16 maart en 2 mei 1687. Limonsen moest als beloning voor het vervoeren van het gesmokkelde goud een bedrag van twee gulden en acht stuivers ontvangen van De Brier. 28 Jaarboek van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en penningkundejrg. 16 (1929), 55. 29 Van der Bijl, Idee en interest37-38. 30 ZA, Archief Staten van Zeeland, 2.1, Gedrukte Notulen Staten van Zeeland, inv.nr. 106, 1690, p. 174. SAA, IB Jacques de Lannoy - Cornelia de Brier, inv.nr. 1951. In een brief gedateerd 18 oktober 1683 wordt de wijnhandel met Italië en Portugal besproken. 31 ZA, Archief Staten van Zeeland, 2.1, Gedrukte Notulen Staten van Zeeland, inv.nr. 109, 1693, p. 21, 27, 43. Pieter Buteux jr., in 1693 20 jaar oud, vroeg in februari van dat jaar venia atatis (een meerderjarigheidsverklaring) aan bij de Statenvergadering. Bij beiden moesten eerst de voogden en de weeskamer worden gehoord, waarna de Staten Buteux het Venia atatis en de Brieven van Emancipatie in communi formd verleenden. 32 SAA, IB Jacques de Lannoy - Cornelia de Brier, inv.nr. 1951. In een brief van 2 maart 1702 aan De Lannoy maakt Buteux jr. duidelijk dat de handelsactiviteiten van de com pagnons vanaf dat moment gescheiden zijn. 33 Verhees-van Meer, De Zeeuwse kaapvaart41, 150. 34 Van der Bijl, Idee en interestbijlage XXIX tot en met XXXIII. 35 Idem, bijlage XL tot en met XLIII en LI. 36 Wilh. Lomannus, De zilvere bruylojt van den heer David Sandrd, kies-heer ére. der stad Middelburg in Zeeland en mejujfr. Maria Hendricx Ramskrammer: voorgevallen op den X. van winter-maandt anno 1708. Rotterdam, 1708, 6. 37 Verhees-van Meer, De Zeeuwse kaapvaart149-151. 38 ZA, Hs. 31.1, inv.nr. 204, Rekeningboek schip de Peerl, varende ter kaap, 1701-1719. Een boekhouder was verantwoordelijk voor de financiële administratie, de uitrusting en de reis van het schip. De boekhouder berekende hiervoor een provisie van 1 over de uitredingskosten en 1 van de brutowinst van een expeditie. 39 Ibidem. 40 Ibidem. Ruud Paesie, Lorrendrayen op Africa; De illegale goederen- en slavenhandel op West-Afrika tijdens het achttiende-eeuwse handelsmonopolie van de West-Indische Compag nie, 1700-1734. Amsterdam, 2008, 265-270. Hierbij moet worden opgemerkt, dat de netto-winst iets lager uitviel, omdat de afschrijving van schip en uitrusting niet zijn mee gerekend. Die werden volgens de kameraal boekhouding meteen bij de uitreding van de eerste reis in één keer afgeschreven, zodat latere uitredingen altijd goedkoper uitvielen. 41 Paesie, Lorrendrayen op Africa, 131-134. Paesie, 'De illegale goederen- en slavenreis van het fregat de Peerl, 1700-1702', 172. 42 Kesteloo, De stadsrekeningen van Middelburg, dl. VIII (1675-1700), 118; Francke, Utili- teyt voor de gemeene saake, dl. I, 369. 43 NA, 1.03.01, Levantse Handel 1646-1828, inv.nr. 323, notulen van de directie tot de Levantse Handel, Middelburg, fol. 1 en 21. K. Heeringa (ed.), Bronnen tot de Geschiede nis van den Levantschen Handel. Tweede deel 1661-1726. RGP 34. 's-Gravenhage, 1917, 96. Indien ingezetenen uit Vlissingen of een andere Zeeuwse stad ook een handels maatschappij op de Levant wilden beginnen, zou dat op dezelfde voet geschieden als in Amsterdam, Leiden, Hoorn en Enkhuizen het geval was geweest. Ook het zegel met het logo van de DLH Middelburg was identiek aan dat van Amsterdam; aan het Mid delburgse logo was alleen het Zeeuwse wapen toegevoegd. 44 Heeringa, Bronnen, 43. 45 NA, 1.03.01, Levantse Handel 1646-1828, inv.nr. 323, notulen van de directie tot de Levantse Handel, Middelburg, fol. 1 en 21; Heeringa, Bronnen, 96. 46 Heeringa, Bronnen, 22, 26. 47 Heeringa, Bronnen, 25-26. De magistratuur van een stad bestond in de zeventiende

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2010 | | pagina 113