Balans 11
115
De verkoop en verspreiding van het kunstbezit van Jean Walleran Sandra illustreren
een ander aspect van het leven van deze Middelburgse burgemeester. Zowel in zijn
rijk ingerichte stadswoning als op zijn buitenplaats waren beelden en schilderijen
te vinden. De catalogus van de veiling van de schilderijen uit zijn nalatenschap
maakt duidelijk dat Walleran Sandra een actief verzamelaar was en werk van goede
kwaliteit bezat, waaronder veel stukken van bekende meesters. Ook de tuinbeelden
op zijn buitenplaats Niet altijd Winter waren volgens de verkoopadvertenties van
hoog niveau. In dit artikel wordt ingegaan op het kunstbezit van Walleran Sandra
en de schilders van wie hij werk bezat. Voorts wordt een vergelijking gemaakt met
de verzamelingen van andere Zeeuwse regenten uit dezelfde periode.
Vanaf het begin van de jaren negentig woonde Jean Walleran Sandra in Middelburg
in De Goude Peere aan de Balans, het huis dat zijn zakenpartner Pierre Buteux sr.
rond 1670 had laten bouwen. Dit pand (tegenwoordig Balans 11) werd in 1692
na de dood van zijn moeder Jacoba Walleran, weduwe Buteux, zijn eigendom. Uit
de bouwtijd resten alleen nog de gevel en de met snijwerk versierde dubbele boog
in het ingangsportaal. Volgens het testament van Jacoba Walleran waren in 1692
diverse ruimten bekleed met het toen zeer modieuze goudleerbehang en hingen
er meerdere schilderijen.1 Verdere gegevens over de inrichting ontbreken echter.
Alleen de indeling van het pand is uit een inventaris van 1723 te reconstrueren.2
Op de begane grond bevonden zich naast de ingangsruimte een groot en een klein
'salet', een tapijtkamer, een 'spreekplaetsie', een eetzaal en een slaapkamer. Boven
had de familie de beschikking over vijf grote kamers en een kamer die in 1723 als
slaapvertrek diende, maar die, naar zijn vroegere functie, het 'soogenaemde boeck-
houders camertie' werd genoemd. Walleran Sandra's werkvertrek (zijn 'comptoir')
was indertijd boven de ingang gesitueerd. In 1723 stonden hier nog steeds drie
lessenaars, een schrijftafel en een kist met papieren die van hem afkomstig waren.
Daarnaast bevonden zich in het pand de nodige zolders, kelders, keukens en ver
trekken voor het personeel.
Na Walleran Sandra's overlijden op 29 juli 1712 werd zijn nalatenschap verdeeld
tussen zijn beide dochters: Jacoba Maria (1693-1723), de dochter uit zijn derde
huwelijk met Anna Catharina Stipel, en Sara Wilhelmina (1700-1744), voortgeko
men uit zijn vierde huwelijk met Sara van Hoorn.3 De waarde van de voorwerpen
die zijn oudste dochter uit de boedel erfde en die zij netjes in haar 'Capitaalboek'
noteerde, wijst erop dat Walleran Sandra's woning en buitenplaats buitengewoon
rijk waren ingericht.4 Haar deel van het meubilair was maar liefst 1.300 Vlaams of
7.800 gulden waard.5 Een torenhoog bedrag dat wijst op een zeer luxueuze inrich
ting, zeker wanneer in aanmerking wordt genomen dat ook haar zusje een deel
van het meubilair uit het ouderlijk huis zal hebben gekregen. Het zilver dat zij
van haar vader erfde, werd op ruim 330 getaxeerd. Op de bijgeleverde lijst staan
borden, kommen, zoutvaten, een theeketel, een olie- en azijnstel, messen, lepels en
vorken en objecten als een lampetkan en schotel, snuiters en kandelaars vermeld.
Ook een zilveren toiletstel, bestaande uit een spiegel, een Oostindisch 'bennetie'