Veiling Walleran Sandra
VRUGTEN EN KREEFT
121
en Anselmus Weeling werd werk geveild. De bedragen waarvoor de schilderijen
verkocht werden, liepen hoog op. Slechts één schilderijtje bracht minder dan 1
op, 43 schilderijen wisselden voor minder dan 10 van eigenaar, waaronder een
Westindisch landschap van Pieter Post. Voor het merendeel van de schilderijen
werden bedragen russen de 10 en 100 betaald. Zo ging een 'Opwekking van
Lazarus' van Rembrandt weg voor 32.27 Vijf stukken behaalden absolute record-
prijzen. Een 'wonderschoone Sabijnse maagdenroof' van de vroeg-zeventiende-
eeuwse Italiaanse schilder Pietro Testa bracht 101 op. Een schilderij van Gerard
Dou en twee stukken van Frans van Mieris brachten respectievelijk 121, 106
en 151 op. Het duurste stuk op de veiling was 'een kersnagt met vijftig zoo beel
den als kindertjes' van de Utrechtse schilder Cornelis van Poelenburch. Voor dit
schilderij, dat in de catalogus werd aangeprezen als 'het schoonste dat bekend is',
werd maar liefst 256 betaald! In totaal kwam de opbrengst van de veiling op
3146.16.0 of 18.880,80.
David Grenier, die deze schitterende verzameling bijeen had gebracht, was een
Middelburgse koopman die in buskruit handelde en evenals Walleran Sandra tot
de 'homines novi' behoorde. Grenier, die in 1703 in de stadsregering kwam, werd
zelfs gezien als een van de aanstichters van de tumulteuze gebeurtenissen die leid
den tot de machtsverschuivingen in de Middelburgse vroedschap.28 Ondanks zijn
belangstelling voor schilderijen lijkt Walleran Sandra op deze veiling niets gekocht
te hebben. Wel aanwezig was de Middelburgse burgemeester Johan Reigersberg.
Hij kocht voor 151 906) lotnummer 122, een schilderij van Frans van Mieris,
dat aangeduid werd als 'een schrijvende vrouw daar de knegt na den brief wagt'.
Het was geen slechte aankoop; het schilderij werd door zijn nazaten in 1765 voor
2100 in Leiden verkocht en behoort nu tot de collectie van het Rijksmuseum in
Amsterdam.29
De prijzen die op de veiling van Greniers bezit gehaald werden, waren hoog. Gezien
de grote hoeveelheden schilderijen die aan het einde van de zeventiende eeuw in de
Republiek te koop werden aangeboden, waren de bedragen waarvoor men schilde
rijen kon aanschaffen, over het algemeen betrekkelijk laag. De minste categorie, het
zogenaamde 'dozijnwerk', werd in de regel voor minder dan drie gulden 0.10.0)
op markten en kermissen en in herbergen aangeboden. Het betere genre dozijn-
werk, dat wil zeggen behoorlijke kopieën van goede meesters en werk van jonge
schilders die nog geen plaats in de markt veroverd hadden, was voor bedragen tus
sen de drie en de twaalf gulden 0.10.0 en 2.0.0) verkrijgbaar. Kwalitatief goede
schilderijen gingen op Hollandse veilingen voor prijzen boven de zestig gulden, dat
wil zeggen boven de 10, van de hand. Bedragen boven de zeshonderd gulden
100) waren exceptioneel.30
De veiling van het schilderijenbezit van Jean Walleran Sandra werd aangekondigd
in de Amsterdamscbe Courant van 22 juli 1713. De krant meldde dat op 3 augus
tus in Middelburg 'een partij konstige en fraye schilderijen nagelaten van de Hr.
Joh. van Sandra' onder de hamer zou komen. Ten behoeve van de veiling werd
een gedrukte catalogus op de markt gebracht waarin de stukken kort beschreven