130
VRUGTEN EN KREEFT
bewindhebber van de kamer Zeeland van de VOC werd en als trouwe volgeling
van stadhouder Willem III gedurende vele jaren de leider was van de Oranje-factie
in Zeeland.61 Hij verwierf vooral bekendheid door een faux pas in zijn jonge jaren.
In 1678 werd de 23-jarige De Muincq tot over zijn oren verliefd op Henriette
Thibaut, de echtgenote van de Middelburgse stadsthesaurier Franqois Velters. De
affaire liep volledig uit de hand toen hij haar voorstelde er samen vandoor te gaan.
Terwijl Velters met een smoes naar zijn buitenplaats was gelokt, brak De Muincq
zijn kantoor open en vertrok met een groot aantal waardepapieren, geld en juwe
len die Henriette naar haar eigen zeggen toekwamen. Het paar ontmoette elkaar
in Zwijndrecht, maar werd al snel achterhaald. Henriette keerde terug naar haar
echtgenoot, tegen De Muincq begon de baljuw van Middelburg een gerechtelijke
procedure die eindigde in verbanning uit Middelburg en opsluiting in de Haagse
Gevangenpoort. Daar doodde hij de tijd met het schrijven van hartstochtelijke brie
ven aan zijn 'Retje', die hij bezwoer nooit te zullen verlaten 'willende sijn leven niet
anders bewaren, als voor haer, vermits hij sijn ziel en leven aen haer hadde gegeven
ende opgedragen'.62 Uiteindelijk verleende stadhouder Willem III hem gratie. Zijn
verbanning uit Middelburg werd opgeheven en in 1682 was De Muincq alweer
burgemeester van de stad. Velters was inmiddels overleden en De Muincq met zijn
Henriette in het huwelijk getreden.
De kamer met scabreuze taferelen die Arnoldus Verbuys voor De Muincq schilder
de, moet óf op zijn buitenplaats Niet altijd Somer óf in zijn huis aan de Middelburg
se Dwarskaai gelocaliseerd worden. De buitenplaats lijkt eerder in aanmerking te
komen. Hier bevond zich volgens een inventaris uit 1721, dat wil zeggen twee jaar
na De Muincqs dood, op de begane grond een 'geschilderde slaapkamer' voorzien
van een groot ledikant met een rood behangsel, een rustbank, een kabinetje met
spiegelglas en een cederhouten tafel met zes stoelen. In het aangrenzende vertrek
stond een hemelbed, behangen met rood damast en omringd door maar liefst zeven
spiegels.63 Zou deze 'geschilderde slaapkamer' de bewuste kamer zijn? De inrichting
van beide vertrekken geeft te denken. Erotiek speelde op het hof Niet altijd Somer
sowieso een prominente rol. Van de schilderijen die in de boedelinventaris genoemd
worden, had bijna een kwart een amoureus karakter met thema's als 'een verliefde
herder met een herderinnetie', 'een verheft mannetie en vrouwtie', 'de doodt van
Adonis' of'Sathur met een vroutie'. Ook hingen er verschillende afbeeldingen van
naakte meisjes (alleen, met een man of met een koppelaarster) en stonden, zoals al
eerder werd opgemerkt, in het speelhof in de tuin een beeld van Venus en een stel
marmeren beelden die 'de schrijende en de veijnsende Liefde' verbeeldden.
Schilderijen met zinneprikkelende voorstellingen waren al eeuwenlang geliefd.64
Onderzoek naar zestiende-eeuwse inboedels van de maatschappelijke elite van Zie-
rikzee leverde bijvoorbeeld een groot aantal vermeldingen van voorstellingen van
Lucretia op, de Romeinse vrouw die na haar verkrachting zelfmoord pleegde. Hoe
wel zij als een toonbeeld van kuisheid gezien werd, hingen afbeeldingen van deze
immer half naakt afgebeelde dame steevast in de kamers waar geslapen werd. Ook
de voorstellingen van Judith, de weduwe die Holofernes wist te betoveren en te
onthoofden nadat hij in slaap was gevallen, waren tweeledig. Deze weduwe gold in
de zestiende eeuw niet alleen als symbool van nederigheid maar ook als waarschu
wing tegen vrouwelijke verleidingskunsten. Naarmate de zestiende eeuw vorderde,
werd de uitbeelding van de verhalen op prenten, tekeningen en schilderijen steeds