43
Het spontane verzet van de Vlissingse bevolking tegen de binnenkomst van Spaan
se troepen op 6 april 1572 is de aanzet geweest tot de opbouw van een zelfstandige
staat Zeeland.1 Dit was niet de bedoeling van de Vlissingers. Zij verlangden niet een
verandering van de vorm van de regering, maar van het optreden van de bestaande
regering. Hun verzet, waar zich spoedig andere delen van Zeeland bij aansloten,
schakelde echter het regerings- en bestuursapparaat van Alva en zijn meester, de
graaf van Zeeland Philips II, voorgoed uit. De inrichting van een nieuw staatkun
dig bestel werd een harde noodzaak.
Dit artikel begint met een overzicht van de opbouw van de regering van de staat
Zeeland in de jaren 1572 tot omstreeks 1580, toen de belangrijkste elementen
aanwezig waren. Dan volgt een schets van de inrichting van het beheer van de
financiën van die staat. Het slot van het artikel is gewijd aan de in 1574 begonnen
nauwe samenwerking tussen Holland en Zeeland met het oog op de oorlogvoering,
die op financieel terrein leidde tot de invoering van generale Hollands-Zeeuwse
belastingen. Het artikel blijft beperkt tot Zeeuwse en Hollands-Zeeuwse instanties
en instellingen. Instanties als de Staten-Generaal van de Nederlanden en de orga
nen van de Unie van Utrecht blijven buiten beschouwing.
Het woord Opstand in de titel heeft enige toelichting nodig. Gewoonlijk heet het
verzet tegen Philips II in Holland en Zeeland de Opstand. Om praktische redenen
is deze term in dit artikel als globale aanduiding overgenomen, maar daar mogen
geen conclusies uit getrokken worden met betrekking tot de aard en het begin van
de reeks gebeurtenissen die de Opstand worden genoemd. Naarmate er meer over
bekend wordt, blijkt het moeilijker om deze gebeurtenissen onder één noemer te
brengen.2 En als dat voor een bepaalde situatie zou lukken, is het de vraag of de
gebeurtenissen de jaren door hetzelfde karakter hebben behouden. Ook over het
begin van de Opstand bestaat verschil van mening: 1566, 1567, 1572? In dit artikel
behoeft met betrekking tot deze aspecten geen standpunt ingenomen te worden en
geldt eveneens om praktische redenen 1572 als beginjaar van de Opstand.
Zeeland was in 1572 verdeeld in twee bestuursdistricten: Bewesterschelde en
Beoosterschelde, van elkaar gescheiden door de Schelde, dat is de tegenwoordige
Oosterschelde. De pas later in de middeleeuwen ontstane Westerschelde vormde de
grens tussen Zeeland en het graafschap Vlaanderen. Het tegenwoordige Zeeuws-
Vlaanderen behoorde tot Vlaanderen.
Zeeland Bewesterschelde bestond in 1572 uit de eilanden Walcheren met de steden
Middelburg, Veere en Vlissingen, Zuid-Beveland met de stad Goes en het tegen
Zuid-Beveland aan liggende Wolphaartsdijk. Verder behoorden ertoe de op een
eilandje in de Schelde gelegen stad Reimerswaal als restant van het overstroomde
en niet herdijkte oostelijk deel van Zuid-Beveland, en de schorren van het over
stroomde eiland Noord-Beveland, dat nog niet was herdijkt.
Zeeland Beoosterschelde omvatte in 1572 de eilanden Schouwen met de steden
Zierikzee en Brouwershaven, het door water van Schouwen gescheiden Duiveland,
Tholen met de stad Tholen en het overstroomde en nog niet herdijkte Sint Philips-
land. Op Schouwen was Bommenee een Hollandse enclave. Verder behoorden tot
Beoosterschelde de Zeeuwse enclave Sommelsdijk op het Hollandse Overflakkee en
Nieuw-Vossemeer en enig land op de Brabantse wal tegenover Tholen.