46 ZEEUWSE FINANCIËN Tholen zich in het voorjaar van 1577 aansloten bij de rest van Zeeland, waardoor Zeeland staatkundig weer een eenheid werd. In 1572-1577 waren het eiland Wolphaartsdijk en de stad Reimerswaal meestal in de macht van de opstandelingen en zal het op de Brabantse wal gelegen stukje Zeeland in het algemeen het lot van Tholen hebben gevolgd. Het op een eilandje in de Westerschelde gelegen Vlaamse Biervliet werd in dezelfde periode meestal door de opstandelingen beheerst. In dit artikel wordt voor 1572-1577 in het algemeen alleen aan het opstandige deel van Zeeland aandacht besteed, omdat daar de opbouw van het nieuwe Zeeuwse gewestelijke regerings- en bestuursapparaat is begonnen. Drie stadsstaatjes In 1572 werden in het opstandige deel van Zeeland regering en bestuur van Philips op slag uitgeschakeld. Ook de Staten, die in maart 1572 nog volop aan het discus siëren waren over Alvas penningen, kwamen door het begin van het verzet in Vlis- singen tot stilstand. Het opstandige Zeeland was van april 1572 tot maart 1574 zonder gewestelijke regering en bestuur. Er was geen fungerend Statencollege. Deze leemte werd opgevuld door de stedelijke regeringen van Vlissingen, Veere en Zie- rikzee, waarbij Zierikzee geheel Schouwen en Duiveland beheerste. In feite waren er in Zeeland drie autonome stadsstaatjes. De drie steden verbonden zich met de buitenlandse vorst Oranje.7 Oranje deed zich voor als stadhouder van Philips, maar dit was een fictie. Zijn Zeeuwse bondgenoten verleenden hem stadhouderlijke bevoegdheden. De fictie was overigens niet zonder betekenis. Krachtens die fictie werd Oranje niet voorgesteld als een buitenlandse bezettende macht, bleef Philips formeel erkend als graaf, scheurde het opstandige Zeeland zich niet los van het complex van de Nederlanden en werd Philips' gou verneur van Zeeland niet langer erkend. De Zeeuwse steden erkenden Oranje als leider van de Opstand en accepteerden een stedelijke gouverneur van Oranje, maar Oranje ging niet tot een Zeeuws regeringsapparaat behoren. Hij bleef naast zijn Zeeuwse bondgenoten staan. Zeeuwse gewestelijke regering In het voorjaar van 1574 kreeg Zeeland een gewestelijke regering.8 Oranje, Vlis singen, Veere en Zierikzee stelden op 2 maart 1574 een Zeeuwse Regeringsraad in, die werd gevormd door de gouverneurs van Oranje van Zierikzee, Vlissingen en Veere en één gedeputeerde uit elk van de drie steden, spoedig aangevuld met een gedeputeerde van Middelburg. Voor vlootzaken werd een Raad van de Admiraliteit ingesteld. Bij de behandeling van vlootzaken trad de admiraal van Zeeland als lid van de Regeringsraad op. De Regeringsraad was een voorlopige regering voor de duur van de oorlog, maar is na wijzigingen een onderdeel van de latere Zeeuwse regering geworden. De Zeeuwse Regeringsraad was een afspiegeling van de regering in Zuid-Holland, die berustte bij Oranje en de uit de Staten voortgekomen Raden nevens hem.9 In de Zeeuwse raad werd de afwezige Oranje vervangen door zijn drie Zeeuwse gou verneurs. Slechts enkele bepalingen van de ordonnantie waarbij de Regeringsraad werd opge richt, hebben op de Staten betrekking. De opstellers van de ordonnantie zijn er

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2010 | | pagina 48