Ontstaan van een stelsel van Zeeuwse gewestelijke financiën ZEEUWSE FINANCIËN 53 De term 'Gemene Zaak' werd in Zeeland gewoonlijk gebruikt voor het gemeen schappelijk oorlogsdoel van Oranje, Holland en Zeeland: bevrijding van Spaanse militaire en andere druk en een maatschappelijk leven volgens bepaalde rechts normen. Maar de Gemene Zaak was in Zeeland meer. Het was een instelling ten behoeve van de oorlogvoering met eigen personeel, bezittingen van allerlei aard, geld, schulden, rechtsbetrekkingen, financiële administraties, enzovoorts.46 Oranje gold als leider van de Gemene Zaak.47 Toen de positie van de Zeeuwse Staten na de Pacificatie van Gent sterker werd, heb ben de Staten wat Zeeland betreft, de Gemene Zaak als instelling in hun bestuurs apparaat geïntegreerd.48 Streven naar regeermacht van de Zeeuwse Staten hield streven naar beheersing van de Zeeuwse openbare financiën in. De in Zeeland belangrijke waterschapsfinanciën blijven in dit artikel buiten beschouwing. In organisatorisch opzicht kwam er een stelsel van permanente financiële diensten tot stand dat gedurende de Republiek functioneerde.49 Aanvankelijk namen onder de ontvangsten bijzondere ontvang sten die met de oorlogssituatie verband hielden, een belangrijke plaats in, zoals oorlogsbuit en geconfisqueerde goederen. Spoedig nam de betekenis van de oor logsontvangsten echter af en ontstond er een stelsel van permanente geldbronnen dat in bijzondere omstandigheden werd aangevuld met tijdelijke geldbronnen. Financiële administraties kunnen in zuivere vorm in twee typen worden verdeeld: ontvangstadministraties en uitgaafadministraties. Bij een ontvangstadministratie staat vast dat er ontvangsten zijn, en moet een bestemming voor het geld gezocht worden. De ontvangsten zijn homogeen, de uitgaven heterogeen. Er ontstaat nooit een tekort. Bij een uitgaafadministratie staat vast dat er uitgaven zijn, en moet daarvoor geld gezocht worden. De uitgaven zijn homogeen, de ontvangsten hete rogeen. Tekorten zijn een normaal verschijnsel. Administraties voor domeinbeheer en administraties van oorlogsbuit waren ontvangstadministraties. Administraties voor de oorlogvoering waren uitgaafadministraties. In de praktijk werd het ver schil tussen de beide typen verzacht. Aan geldschieters werd vaak hypotheek op domeinopbrengsten verleend. De verschuldigde rente en aflossing moest uit de domeinopbrengsten worden voldaan. Bij overbelasting van de domeinobjecten of bijzondere omstandigheden als oorlog kon er in zulk een ontvangstadministratie een tekort ontstaan. Een onderdeel van het financieel beheer was het bestemmen van overschotten in administraties voor het opvullen van tekorten in andere admi nistraties. Een administratie kon tegelijk ontvangst- en uitgaafadministratie zijn, als ontvang sten uit een permanent vloeiende bron werden bestemd voor een categorie per manente uitgaven die geen verband hadden met de hoogte van de ontvangsten. Voorbeelden waren de Zeeuwse administraties van de geconfisqueerde geestelij ke goederen. De ontvangsten kwamen uit voormalige geestelijke goederen, zoals onroerend goed, en in zoverre was er sprake van een ontvangstadministratie. De uitgaven bestonden uit de bezoldiging van predikanten en schoolmeesters en hiel den geen verband met de hoogte van de ontvangsten, maar waren een zelfstandig

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2010 | | pagina 55