ZEEUWSE FINANCIËN
79
131 NA, Archief Arend van Dorp, inv.nr. 647.
132 ZA, Stadsarchief Veere, hs.nr. 073, fol. 20v.
133 ZA, Rekenkamer B, inv.nr. 24352, omslag 2' grossa I 1582/1583.
134 De Bruin, Rapport over Zeeuwse archivalia in België (ZB, hs.nr. 7525), 16. In 1559
werd Blancx aangesteld als wereldlijk voogd van de abdij Ter Doest voor de Zeeuwse
goederen van de abdij (Dekker, Zuid-Beveland196, noot 218).
135 KHA, Formulaerboeck I, Ned. missiven, nr. 228, fol. 500r.
136 De presentielijst van de bijeenkomst ontbreekt. Aangenomen is dat alle Staten (entitei
ten) van Holland en Zeeland aanwezig waren.
137 Tracy, Founding Dutch Republic130, noemt de Generale Staten van Holland en Zeeland
in verband met de Unie van 1576 de 'States General' van de twee provincies.
138 Vgl. ZA, Stadsarchief Veere, inv.nr. 1356, besluit van 8-3-1577 van Oranje en de Staten
van Zeeland met de gedeputeerden van de Staten van Holland. De vergadering werd in
Middelburg gehouden en uit Holland waren niet alle afgevaardigden, maar een deputa
tie aanwezig.
139 Van Wyn (e.a.), Byvoegsels voor zevende deel23 (ontleend aan GA Gouda, Oud Archief,
inv.nr. 45, fol. 66r e.v.); Muller, Staat127 e.v.
140 Uitdrukkingen in deze zin zijn overgenomen uit de ordonnantie op de generale impos
ten van 10-5-1574 {RH, T ed., 1574, 37 e.v.).
141 De fiscale wetgeving van de Unie van Utrecht van 1579 heeft volgens art. 5 een vergelijk
bare dubbele opzet.
142 Tot nu toe heb ik in de Zeeuwse archieven slechts een gedeelte van de heffingsordon
nanties kunnen terugvinden. Zij zijn in grote aantallen gemaakt en aan collecteurs en
pachters uitgereikt, en zullen na gebruik zijn vernietigd.
143 NZ, I-A, 3 e.v.
144 Tekst in ZA, Stadsarchief Veere, inv.nr. 1556, fol. 96v e.v.
145 Onder meer in Van Deursen, Tussen eenheid en zelfstandigheid, 146.
146 GA Allernaar, inv.nr. 2901, stuk nr. 7.
147 NZ, I-B, 79-82.
148 Originele tekst in NA, Staten van Holland 1572-1795, Verzameling voormalig Bruine
Kastje, nr. 22. Minder zuivere teksten zijn gedrukt in RH, 2' ed., 1575, 423 e.v., en De
Timmerman junior, Specimen, 38 e.v.
149 RH, 2ced., 1575, 574.
150 Bor, Oorsprongk, dl. 1, 641 e.v. (8e boek, fol. 118 e.v.).
151 Kluit, Staatsregering, dl. 1103 e.v.
152 Muller, Staat, 134, neemt aarzelend het bestaan van de Unie van 1575 aan. Gordon, De
Potestate, 105, noot 3, vermeldt de negatie van de Unie van 1575 door Bor, Wagenaar en
Kluit.
153 RH, 2' ed., 1575, 272.
154 RH, 2ed., 1575, 277: 'Ende wes deese voorschreeve Middelen van Accynsen ende
Imposten ter maand min uitbragten, soude terstond het kort ofte het restant alle maand
by Quotisatie promptelijk opgebragt werden Liesker en Fritschy, Gewestelijke
financiën Holland, 20, en Veenstra, Gewestelijke financiën Zeeland, 16, verzuimen te ver
melden dat de quotisatie slechts is voorgeschreven voor de dekking van het tekort ingeval
het impostencomplex te weinig geld oplevert.
155 RH, 2eed., 1575,281 e.v.; afschrift in ZA, Archief Staten van Zeeland, inv.nr. 1713, fol.
8r. (Dordrecht, 17-4-1575).
156 Voor Zeeland: NZ, I-A, 34, 56 e.v.; afschrift in ZA, Archief Staten van Zeeland, inv.nr.
1713, fol. 8v. (Dordrecht, 20-7-1575). Voor Zuid-Holland: RH, 2' ed., 634 e.v. (29-7-
1575).
157 Tekst van de Unie van 1576 in NZ, I-B, 1 e.v.
158 De Zuid-Hollandse afgevaardigden in Zeeland zijn vermoedelijk spoedig beschouwd als
leden van de Regeringsraad van 1575. Toen deze in 1576 werd vervangen door het Col-