WALLERAN SANDRA
93
ste kopers op de veilingen van Vlissingen en Middelburg. Het handelsverkeer van
de firma Buteux en Sandra richtte zich aanvankelijk vooral op de luxehandel met
Antwerpen. Pieter Buteux sr. en Jean Walleran Sandra handelden in de jaren zeven
tig van de zeventiende eeuw bijvoorbeeld met belangrijke Antwerpse kooplieden
van de firma De Bruyne, die in luxestoffen, wandtapijten, kant, bont, wijn, spe
cerijen, zilver en papier handelden.22 Tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697)
handelden Buteux en Sandra ook in wijn en brandewijn, huiden, koper, laken, leer,
lijnwaad, siroop, staal, tabak, was, wol en zijde. De nadruk lag steeds op de textiel
handel. Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) handelde Sandra vooral
in cacao, tabak, sandelhout en was. Hij exporteerde deze producten naar Vlaande
ren en Brabant. Voor deze 'exportartikelen vroegen Zeeuwse kooplieden paspoor
ten aan bij de Zeeuwse Admiraliteit. Zonder deze paspoorten was het namelijk
niet toegestaan op deze gebieden te handelen en werden de goederen in beslag
genomen. De boterham was dus dubbel besmeerd: eerst waren er de opbrengsten
uit de verkoop van de prijsgoederen en daarna werd er verdiend met verkoop van
deze goederen in Vlaanderen en Brabant.23
Wanneer Pieter Buteux sr. en Jean Walleran Sandra als kooplieden zijn gaan samen
werken is niet precies bekend, maar gezien de leeftijd van Sandra is dat waarschijn
lijk in 1682 of 1683 geweest. In 1682 werd hij namelijk 21 jaar en kon hij bij
de Staten van Zeeland zijn venia aetatis aanvragen. Deze volwassenverklaring was
nodig om een bedrijf op te zetten en te leiden. Vanaf 1683 werden de brieven aan
zakenpartner Jacques de Lannoy uit Antwerpen zowel door Pieter Buteux als door
Sandra ondertekend.24 Daartoe bezat de firma een heus eigen stempel van hout of
van ijzer. De firma van Pierre Buteux sr. en vader Jean Sandra handelde al sinds de
vroege jaren zeventig met De Lannoy, en Jean-zoon zette die handelsrelatie voort.
Vooral in de jaren 1674-1689 werd er intensief handel gedreven.25 De zakenpart
ners hielden elkaar op de hoogte van allerlei ontwikkelingen die belangrijk waren
voor de handel. Zo berichtten Buteux en Sandra regelmatig over de wisselkoersen
en lieten zij op 26 juli 1686 weten dat de handel 'miserabel' was en de Algerijnen
de oorlog hadden verklaard aan de Staten-Generaal.26 Na het uitbreken van de
Negenjarige Oorlog in 1689 stopte de correspondentie met De Lannoy nagenoeg
(Frankrijk bestuurde Vlaanderen). De Lannoy was een internationale lakenkoop
man die contacten had in Cadiz, Gent, Lille, Amsterdam, leper, Namen, Brussel,
Venetië, Halle, Londen, Brugge, Oostende, Doornik, Frankfurt en Exon. De band
met de Antwerpenaar was zo innig, dat Sandra over zijn (tweede) huwelijk corres
pondeerde met Cornelia de Brier, de vrouw van Jacques de Lannoy. Tijdens diens
afwezigheid werden de zaken door zijn vrouw behartigd. Zij was zo goed inge
werkt in het bedrijf van haar echtgenoot, dat Sandra met haar correspondeerde over
een lading Vlaamse dukaten ter waarde van 405 gulden, die begin mei 1687 door
schuitvoerder Gerrit Limonsen in speciale zakken naar Antwerpen moest worden
gesmokkeld.27
Hoewel onmogelijk een overzicht kan worden gegeven van alle handelsactiviteiten
van de firma, valt aan de hand van fragmentarische archivalia wel het een en ander
te zeggen over de handel en wandel van het bedrijf. Uit veilingrekeningen uit de
tijd van de Negenjarige Oorlog blijkt bijvoorbeeld dat Buteux en Sandra in de
jaren 1690-1695 voor ruim 57.000 gulden aan goederen opkochten (zie tabel 1).
Dat betekent een gemiddelde investering van meer dan 9.500 gulden per jaar, die