56
FRANSE VLUCHTELINGEN
Hoewel er in de Nederlanden al vroeg kerkdiensten in het Frans werden gehouden,
zijn Franstalige kerkelijke gemeenten binnen de huidige Nederlandse grenzen het
gevolg van de komst van vluchtelingen uit het gebied ten noorden en ten zuiden
van de huidige grens tussen België en Frankrijk.2 Gelet op de grenzen en invloeds
sferen uit de zestiende eeuw kan men dat gebied aanduiden als het Franstalige deel
van de Nederlanden, in die tijd ook aangeduid als de 'Waalse kwartieren', vandaar
dat de benaming Waalse kerk of Église Wallonne werd gebruikt.
Uit de zuidelijke Nederlanden vertrok de eerste stroom vluchtelingen na de komst
van Alva en de instelling van de Raad van Beroerten in 1567 en 1568. Uit
Vlaanderen, Brabant en het Franssprekende deel van de Zuidelijke Nederlanden,
zoals Henegouwen met Mons (Bergen) als hoofdplaats, kwam een ware uittocht op
gang. Sommigen gingen naar het zuiden, naar Franse protestantse bolwerken,
anderen naar Londen, het Rijnland of Embden.
Vele vluchtelingen die zich in 1581 aan het gezag van de Spaanse koning hadden
onttrokken, kwamen naar de noordelijke Nederlanden. Voor zover deze exodus
betrekking heeft op Franssprekende vluchtelingen staat zij bekend als 'premier
refuge' of 'refuge wallon'.3 Onder de vluchtelingen waren echter ook veel Neder
landstalige Vlamingen. Ook van degenen die van huis uit Nederlands spraken,
ging een behoorlijk aantal naar protestantse bolwerken in Frankrijk. Zo was er al
in 1601 een grote Nederlandstalige gereformeerde kerkgemeenschap in de om
geving van Calais.4
Voor de vluchtelingen die naar het noorden waren gegaan, was aansluiting bij
de Nederduits gereformeerde gemeenten voor de hand liggend.5 Waar er een taal
barrière was, omdat de vluchtelingen geen Nederlands spraken, werden bij een van
de gemeenteleden aan huis godsdienstige bijeenkomsten belegd. Op de Synode van
Dordrecht van 1578 werd besloten, dat voortaan Nederlandstaligen en Walen
afzonderlijk zouden vergaderen. In die plaatsen waar de Waalse en Nederduitse
gemeenten samenkwamen, bestond de behoefte aan een eigen gebouw voor
Franssprekende vluchtelingen, omdat medegebruik van een bestaand gebouw in de
praktijk niet eenvoudig was.
Waalse kerken in Zeeland
De eerste Franstalige kerkdiensten in Zeeland vonden plaats na het vertrek van het
Spaanse bestuur kort na 1572. Bij de inname van Vlissingen in april 1572 waren
onder de geuzen personen uit de Waalse provincies. Die zullen door een garnizoens
predikant in hun taal begeleid zijn. In Middelburg werd van eind februari 1574 af
'Waals' gekerkt. In Vlissingen ontstond een eigen gemeente, nadat enkele lidmaten
van de Waalse kerk van Middelburg er voor zichzelf begonnen.
Aanvankelijk was op veel plaatsen in de Republiek een gemengde gemeente nor
maal. Er zijn dan ook verschillende voorbeelden van predikanten in Zeeland die in
twee talen preekten, zoals ds. Job du Rieu in Sluis. Deze Du Rieu was in februari
1605 beroepen onder de uitdrukkelijke voorwaarde om 'somwijlen in het Fransch'
te preken.6 In 1611 kwam in Aardenburg een tweede predikant, ds. Zeger Pit uit
Reimerswaal, die in beide talen moest preken. Een voorbeeld van een plaats met
een belangrijk garnizoen waardoor een tweetalige kerkelijke gemeente ontstond,
was Sas van Gent. Daarmee hebben we Zeeuws-Vlaanderen in het vizier.