58
FRANSE VLUCHTELINGEN
De Waalse synode speelde een actieve rol bij deze geplande immigrade. Daarbij
ging het argument van geloofsvrijheid uitdrukkelijk samen met een economisch
motief. Gelet op de verarmde toestand van de polders van westelijk Staats-Vlaan-
deren - nog geïnundeerd of reeds droog - is tot in de woordkeus duidelijk dat
met name landbouwers en boerenknechten (personen voor 'landneringe') welkom
waren."
Dat het westelijk deel van Staats-Vlaanderen hen aantrok, is begrijpelijk. De immi
granten konden de streek bereiken met een betrekkelijk korte reis. Zij waren er
zeker van kennissen en familieleden te vinden, terwijl zij hun geloof konden
blijven belijden. Bovendien hadden zij hier materieel gezien goede vooruitzichten.
Enkele decennia later speelden deze economische omstandigheden nog sterker.
Nieuwkomers hadden contacten met de achterblijvers, predikanten bezochten de
protestantse gemeenten tot diep in Frankrijk. Talrijke bewoners in Staats-
Vlaanderen hadden familie en kennissen in Vlaanderen, verschillende personen in
de Waalse gewesten hadden naamgenoten en verwanten in de streken van Kortrijk
en leper. Bewoners van Franse streken bezaten soms grond in Vlaamse gebieden.
Vluchtelingen uit Vlaamssprekende gewesten kwamen al dan niet gelijktijdig met
familie en kennissen uit Franssprekende streken. De een sprak een Nederlands
dialect, de zuidelijke variant van het West-Vlaams, de ander had het Franse dialect
van het noorden als moedertaal, en sommigen zullen zich in verschillende varian
ten hebben kunnen uitdrukken.
Tweede refuge
Omvangrijker dan de groep immigranten in de jaren vijftig en zestig van de zeven
tiende eeuw was de stroom hugenoten na de herroeping van het Edict van Nantes.
Op 18 oktober 1685 werden de maatregelen die de protestantse godsdienst be
schermden, ingetrokken. Opheffing van het Edict van Nantes betekende nu dat
alle protestanten en hun kerken buiten de wet vielen. Velen kozen de vlucht naar
de vrijheid.
Naar schatting 200.000 mannen, vrouwen en kinderen verheten in 1685 en daar
na huis en haard. Zeker 50.000 kwamen naar de Republiek, de Hugenot Society
in London schat hun aantal zelfs op mogelijk 60.000. De Verenigde Oost-Indische
Compagnie stuurde er een paar honderd naar de Zuid-Afrikaanse Kaapprovincie.
Velen zochten in Amsterdam hun heil, een behoorlijke groep kwam in Rotterdam
terecht, anderen versterkten de bestaande Waalse kerken elders in de Republiek,
zoals in Groningen en Middelburg.
De vluchtelingen moesten gehuisvest worden. Sommigen kwamen in het Staatse
leger als officier, anderen vonden hun broodwinning in onderwijs en wetenschap.12
Vrijdom van belasting stimuleerde de vestiging. Daar waar het nodig was, lenigde
men nood, onder andere met collectes.
De historicus Jonathan Israel relativeert de aantallen vluchtelingen sterk. In zijn
werk over de Republiek noemt hij de betekenis van de stroom hugenoten naar de
Republiek 'niet zo ingrijpend als vaak is verondersteld'.13 Israel taxeert de aantallen
op 35.000-50.000 'of minder binnen een periode van tien jaar'. Dat is slechts
2% van de beroepsbevolking, en 7% van de bevolking van de 30 grootste steden
van de Republiek, aldus Israel. In Amsterdam arriveerden 5.000 buitenlandse pro-