Assimilatie
FRANSE VLUCHTELINGEN
63
Op allerlei plaatsen in de regio Rijsel werden nu kerken gesticht en predikanten
aangesteld. Ook werden protestantse scholen opgericht en gereformeerde school
meesters benoemd. Bijbels en stichtelijke boeken werden beschikbaar gesteld.
Het Franse leger zag in de loop van 1712 kans hier en daar verloren posities te
heroveren en de machtsverhoudingen kantelden. Al in de laatste maanden van
1712 gingen er geruchten over het mogelijke resultaat van de vredesonderhande
lingen.
Nieuwe vluchtelingen
Ds. Basnage, een Waalse predikant uit Den Haag, fungeerde als raadsman voor de
gereformeerde kudde in de streek van Rijsel, zo'n 400 huisgezinnen, in hoofdzaak
boeren. Tegen half mei 1713 nog voor het Nederlandse garnizoen zich uit Rijsel
terugtrok - kwam door de nieuwe politieke situatie uit de naaste omgeving van
Lille opnieuw een stroom vluchtelingen naar Staats-Vlaanderen op gang. Ook deze
personen gingen vooral naar Cadzand en Groede. Wie over paard en wagen be
schikte, kon dankzij de protectie van het garnizoen met wat have en goed vertrek
ken.
Voor bezitters van onroerend goed was het in deze maanden enigszins penibel. Het
risico was aanwezig dat transacties ongeldig zouden worden verklaard of dat koop
sommen niet beschikbaar kwamen. En dit ondanks het feit dat de Republiek in het
vredesverdrag dat de gebiedsoverdracht regelde, beschermende clausules had weten
op te nemen voor bewoners die wilden verhuizen en hun eigendommen te gelde
wilden maken. Ook bestond de vrees, ondanks de zekerheid die ds. Basnage had
weten te krijgen, dat voor deze vluchtelingen in Staats-Vlaanderen nauwelijks nog
landerijen beschikbaar zouden zijn. Uiteindelijk gingen de eersten op pad. In twee
dagen was het te doen. In Cadzand woonden in 1718 niet minder dan 154 men
sen die na de teruggave van Rijsel zijn gekomen.
Ook na deze stroom blijven de gehele achttiende eeuw gezinnen of individuen naar
de Franse kerken van Staats-Vlaanderen komen. Nog omstreeks 1750 vertrekken
uit Rongy, een dorp bij Doornik, de families Joinville en Woittiez naar Oostburg.
Anderen komen uit zuidelijker streken. Enige Martyns, dan wonend in Orleans en
de Champagne, vestigden zich in Groede en Cadzand, terwijl anderen, zoals de
families Duste, Cailleux, Foudraine, La Gasse en Lomon, nog in en na 1770 uit
Picardië, ten zuiden van Artois, komen.31
Over de snelheid en de wijze waarop de hugenotenimmigranten zich in de
Republiek aanpasten, is betrekkelijk weinig gepubliceerd. In de schaarse literatuur
wordt vooral naar de vluchtelingen in de grote steden van Holland gekeken. Dit
was uiteraard de omvangrijkste groep en cultureel de belangrijkste.
Representanten van de Franse intelligentsia in de Republiek konden zonder pro
blemen in het Frans publiceren, omdat de 'republiek der letteren', de inter
nationale geleerde wereld, die taal beheerste.32 Die Franstalige cultuur speelt dan
ook een wezenlijke rol in de verspreiding van de ideeën van de verlichting.