Een opzienbarend decreet
75
Op initiatief van koning Lodewijk Napoleon werd op vrijdag 7 juli 1809 in elk
dorp op Zuid-Beveland en in het naburige Nieuw- en Sint-Joosland, een vrouw
onderscheiden als 'meest verdienstelijke moeder' - een titel die de dames ontleen
den aan het feit dat ze al hun kinderen borstvoeding hadden gegeven. Adriana
Verbrake uit Ovezande had haar jongste kind nog aan de borst. Voor de 61-jarige
Maria Elisabeth Liefbroer uit Wolphaartsdijk lag dat al enige tijd achter haar.
Beiden deelden de eer in de ogen van Lodewijk Napoleon een 'bezorgde moeder'
te zijn. Het initiatief van Lodewijk werd slechts eenmaal in praktijk gebracht, maar
is sindsdien de aandacht blijven trekken. Ruim tweehonderd jaar na dato onder
steunt Lodewijks initiatief de roep om kolfkamertjes, lactatieconsulten en moeder-
melknetwerken.1 Wat bewoog Lodewijk Napoleon tot deze maatregel? Hoe tracht
te hij zijn doel te bereiken en hoe ontvankelijk was de bevolking hiervoor?
De Franse keizer Napoleon had in 1806 zijn broer Lodewijk Napoleon aangesteld
als koning van Holland. Het nieuwe Koninkrijk Holland besloeg grote delen van
het huidige Nederland. Alleen Zeeuws-Vlaanderen en Limburg stonden onder
direct Frans bestuur. In december 1807 plaatste Napoleon ook de stad Vlissingen
daaronder. De rest van Zeeland bleef nog enkele jaren deel uitmaken van het
Koninkrijk Holland. De instelling van het koninkrijk maakte een einde aan het
Bataafs Gemenebest, waar raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck nog
maar kort het bewind voerde. Napoleon besloot al na een jaar om Schimmel
penninck aan de kant te zetten en zijn eigen broer als koning aan te stellen, in de
verwachting daarmee zijn invloed in de Nederlandse gebiedsdelen te vergroten.
Lodewijk Napoleon voer echter een veel eigenzinniger koers dan zijn broer de
keizer had bedoeld. Dat zou uiteindelijk leiden tot het gedwongen vertrek van
Lodewijk. De inval van de Engelsen op Walcheren in 1809 was voor Napoleon de
druppel die de emmer deed overlopen. Hij annexeerde Walcheren, zette Lodewijk
aan de kant en lijfde begin 1810 de rest van Nederland in bij het keizerrijk
Frankrijk.
De vier jaren van Lodewijks bewind kenmerkten zich door belangrijke hervor
mingsmaatregelen en door een opvallende betrokkenheid van de koning bij de
inwoners van het jonge vorstendom. Dit laatste kwam mede tot uitdrukking in de
reizen die hij door de verschillende departementen maakte. Deze 'inspectiereizen'
boden Lodewijk de gelegenheid om zijn land beter te leren kennen. De departe
menten Zeeland en Brabant waren tussen 13 april en 18 mei 1809 het reisdoel van
de koning. Hij sprak er met bestuurders en toonde veel belangstelling voor de
problemen die in de lokale gemeenschappen leefden. Ter oplossing daarvan stelde
hij in veel gevallen geld ter beschikking. De koning had tevens oog voor de noden
van individuen. Bekend is het verhaal dat hij zijn koets liet stoppen bij het
Walcherse Serooskerke, omdat hij er een jongeman gewaarwerd met een groot
gezwel op zijn linkeroog en -wang. Lodewijk heeft zich na die ontmoeting per
soonlijk ingezet voor een geneeskundige behandeling van de man.2