Ceremonie en volksfeest GOUDEN STUKKEN 77 Beveland een bestuurslaag tussen de kwartierdrost en de gemeentebesturen - werd belast met het regelen van de bovenlokale zaken, waaronder het bestellen van voldoende oorijzers. Overigens bleek al snel dat de goudsmeden de vraag niet aankonden. De plechtigheid moest ruim een week worden uitgesteld, onder meer omdat de bestelde sieraden niet op tijd gereed waren.6 Lodewijk wilde dat de gebeurtenis een plechtig karakter had, maar om de heilzame boodschap onder alle dorpelingen te verspreiden, werd tegelijkertijd een volksfeest georganiseerd. De dag ving aan met een ceremoniële bijeenkomst. De gemeente besturen verzamelden zich om negen uur 's ochtends in hun vergaderkamers. Daarop werden in elk dorp een kwartier lang de kerkklokken geluid. Tegen tien uur haalden een lid van het gemeentebestuur en de dorpsbode de uitverkoren vrouw van huis op en begeleidden haar naar de gemeentekamer. Daar sprak de voorzitter van het gemeentebestuur loffelijke woorden aan haar adres, waarna zij het vorstelijke geschenk in ontvangst mocht nemen. Het plechtige karakter van de gebeurtenis werd onderstreept door de handeling zelf. Deze had alles weg van een 'kroning'. Het oudste lid van het gemeentebestuur zette het sieraad op het hoofd van de uitverkoren vrouw. In sommige dorpen gebeurde dit buiten, ten overstaan van de andere dorpsbewoners vóór het gemeentehuis. In andere dorpen speelde de plechtigheid zich binnen af en vertoonde de 'gekroonde' vrouw zich vervolgens met het gemeentebestuur op straat.7 Na de plechtigheid was er in elk dorp een volksfeest. Overal was op instigatie van Lodewijk een spel voor jongemannen georganiseerd, dat behoorde tot de lokale gebruiken. Maximaal twaalf mannen mochten daaraan deelnemen. Het gemeente bestuur besloot welk spel zou worden gespeeld. Boogschieten, schieten met de snaphaan, een wedloop of harddraverij behoorden tot de mogelijkheden. In Driewegen speelden de jonge lieden het beugelgooien: een spel waarbij de spelers een bal door een ring moesten werpen. In Ovezande beoefenden de jongemannen het gaaischieten. In beide gevallen bestond de prijs uit een stel zilveren broek stukken, ter waarde van het voorgeschreven bedrag van 20 gulden. De bekroonde moeder mocht de prijs uitreiken. Daartoe moest ze naar lokaal gebruik de jongeman het lint met broekstukken omhangen, zodanig dat het van zijn rechter schouder naar zijn linkerzijde hing. De daaropvolgende rondgang door het dorp versterkte het publieke karakter van de plechtigheid. De volgorde van de optocht was exact voorgeschreven. Zes van de jonge spelers openden de stoet en vijf anderen sloten deze af. Daartussen liep het gemeentebestuur. Aan de rechterzijde van de president mocht de bekroonde vrouw lopen, aan de linkerzijde de winnaar van het spel. In deze volgorde wandelde men 'in statie' het dorp op en neer. De dag werd afgesloten met een bijeenkomst op het gemeentehuis, waar de bekroonde vrouw en de twaalf jongemannen werden gefêteerd door het gemeentebestuur, dat de kosten van deze dag kon declareren bij de minister. Allen kregen een 'mediocre maaltijd' aangeboden en voor ieder van de jongemannen was er een fles wijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2011 | | pagina 79