m
-
-
-
-
WEGGAAN OF BLIJVEN
105
Suriname. Hij vergezelde Crijnssen daarna op zijn tocht langs Virginia terug naar
de Republiek. Ook op de volgende tocht, in 1668, was Boudewijn Ceuvelaers met
Crijnssen in Suriname. Beiden kochten een plantage om de kolonie te ondersteu
nen, maar beiden overleden voordat de zaken goed geregeld waren.21 Golkens echt
genoot Maarten Lemps was alvast vooruit gegaan om de plantage van Boudewijn
Ceuvelaers te gaan beheren.22
Tabel 2. Niet-geregistreerde passagiers
aantal
niet-geregistreerde passagiers
brieven
X
Abigail (vrouw van Pieter van Lankum)
X
Golken Ceuvelaers (vrouw van Maarten Lemps)
6
X
Philip Bracht
2
X
Trijntje Segers dochtertje
1
X
Samuel Thierrij
2
X
Jean le Grand
3
X
Jan Tinnegieter
5
X
Anna van Staden
1
X
Salomon Maertens
2
X
Abraham Cleeuwaert
X
Jan Fransen
X
B. Lanco
X
Lieven de Wever
4
X
Willem van Rasenberch
3
X
broer van Bastiaan Ketelaer
1
15
30
Philip Bracht, Trijntje Segers en hun kind gingen voorlopig bij het fort wonen,
schreef Trijntje aan haar moeder. Voor emigrant Philip Bracht was die plaats in
Suriname vertrouwd terrein, hij werkte van november 1668 tot maart 1671 als tolk
voor gouverneur Lichtenbergh ten behoeve van de Engelse kolonisten.23
Zeeland en dan vooral de steden op Walcheren waren in de zestiende en zeven
tiende eeuw internationaal georiënteerd door de handel en speciaal met Engeland
bestonden er speciale banden. Rond 1600 was er in Vlissingen een Engels garni
zoen gelegerd en in dat voetspoor volgden Engelse kooplieden en andere fortuin
zoekers, die op demografisch en cultureel terrein ongetwijfeld sporen zullen hebben
nagelaten.24
Philip Bracht tekende de afrekening van zijn loon als tolk in houterig geteken
de hoofdletters 'FB' met daarnaast in een ander handschrift 't'mercq van Phillips
Bracht'. Dit laat zien dat hij niet of nauwelijks kon schrijven.25 Hij kan zijn talen
kennis echter op verschillende plaatsen hebben opgedaan, op straat of in de herber
gen, misschien had hij een Engelse moeder.
De vijfde emigrant, de twintigjarige Samuel Thierrij, was een Amsterdammer die
op de plantage van Isaac van Mildert ging werken, zoals blijkt uit de brief die hij
na aankomst aan zijn ouders schreef. Volgens gegevens uit het archief van Amster
dam waren de families Van Mildert en Thierrij met elkaar verwant. Samuel schreef
dat hij goed was aangekomen en dat hij op de nieuw op te richten plantage van