- Overtocht 110 WEGGAAN OF BLIJVEN geweest zijn in verband met het commerciële belang van de reder. Er was altijd een spanningsveld tussen twee tegenstrijdige belangen. Door met zo min mogelijk scheepsvolk te varen, kon er een zo groot mogelijke winst worden behaald, maar tegelijkertijd moesten er wel voldoende weerbare mannen aan boord zijn om het schip te kunnen verdedigen. Op deze reis zijn ongetwijfeld de soldaten ingezet bij zware klussen, zoals ankers hijsen en water halen op de stopplaats onderweg. Ook bij het wachtlopen bij de wapenkamer en het watervat draaiden de soldaten mee, dat spaarde matrozen uit. Als schrijver van het scheepsjournaal fungeerde passagier Jean le Grand, koopman en zaakgelastigde voor kooplieden in Zeeland, die vanuit zijn beroep vaardig met de pen was. Tegen de achtergrond van deze gegevens is een aantal van vijftien a zestien bemanningsleden aannemelijk. Er moeten ten minste drie jongens (laagste rang) aan boord geweest zijn, want zij worden in het journaal genoemd toen het schip op 30 oktober 1671 op 'de hooghte van de Barles voer. Ter hoogte van de Berlingas, een eilandengroep voor de Portu gese kust, ondergingen zij samen met vijf soldaten de zeedoop.38 Bij het opduiken van een vermeende - kaper gaf Andriesen de opdracht de bewapening gereed te maken: 'belasts den constapel alle het geweer ende t'geschut, voor den dagh te brengen. 11 De konstabel brengt het aantal genoemde bemanningsleden op zeven: de drie jongens, stuurman, bootsman, konstabel en schipper. Tabel 3. Bemanning aantal bemanning (bekend uit gegevens) brieven X Schipper Jan Andriesen 1 X Frederik Hijm 1 X Jan P. Goudt 1 X Jan de Clercq 7 X (3) jongens X stuurman X bootsman X konstabel 10 10 Uit de gekaapte brieven zijn behalve schipper Jan Andriesen nog drie andere bemanningsleden te traceren: Frederik van Hijm, Jan Pietersen Goudt en Jan de Clercq. Deze mannen schreven alle drie vanaf de Aerdenburgh hun brieven naar huis. Int jaer onses Heeren 1671 den 17 October Zijn wij uijtgeseijlt door godts Genade met het schip genaemt Aerdenburgh', zo begint het journaal van de Aerdenburgh, dat werd bijgehouden door Jean le Grand. De tekst van Le Grand heeft de vorm en stijl van een scheepsjournaal, maar technische mededelingen van nautische aard, zoals cijfermatige gegevens over snelheid, diepte en positie, ontbreken. Vermoede lijk noteerde Jan Andriesen die gegevens wel in zijn eigen logboek en was het jour-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2012 | | pagina 112