10
VERBAEL
Gent, dan zou Vierlingh na 8 november 1576 nog aan het schrijven van boek lil
zijn beziggeweest en vóór 13 februari 1577 de tekst van de vijfhoeken voltooid
moeten hebben.20 Onmogelijk is dat niet de boeken IV en V zouden immers reeds
klaar hebben kunnen liggen maar het zou ook zo kunnen zijn dat Vierlingh na
het gereedkomen van (een eerste versie van) zijn Tractaet eraan is blijven schaven en
bijvoorbeeld nog na 8 november 1576 een passage over de samenwerking tussen de
gewesten heeft ingevoegd. Of, wat mij meer waarschijnlijk lijkt, dat hij in de winter
van 1576 niet verder gekomen is dan het eind van boek m (met de toen actuele
passage over de samenwerking tussen de gewesten) terwijl de stof voor de volgende
twee boeken alleen in zijn hoofd zat.
Het onvoltooide karakter kan ook verklaren waarom in de eerdere boeken van het
Tractaet de boeken 4 en 5 in de toekomende tijd worden aangekondigd; bij een
goede eindredactie van het geheel was dit niet blijven staan.21 Kortom, Vierlingh
kan in februari 1577 gebluft hebben dat de vijf boeken gereed waren. Wij hebben
dan tevens een plausibele verklaring voor het gegeven dat het enig bekende afschrift
van het Tractaet alleen de boeken I, II en lil bevat en dat de auteur zich nog steeds tot
de koning richt: het origineel heeft niet meer dan drie boeken geteld en een eindre
dactie heeft niet plaatsgevonden.22 Het Verbael, waaraan redactioneel en wat betreft
uiterlijk en vormgeving wel veel aandacht (dus ook veel geld) is besteed, is dan in
de plaats gekomen van het Tractaet, dat het levenswerk had moeten worden. Om
zijn nieuwe geschrift onder de aandacht van een hoge autoriteit te brengen, deed
zich eind 1576-begin 1577 een bijzondere gelegenheid voor aan een inwoner van
Breda of Steenbergen. Alleen moest hij dan wel de nodige aandacht voor Walcheren
invoegen in zijn betoog.
Vierlingh moet, deze gedachtegang volgend, eind 1576 zijn werk aan het Tractaet
onderbroken hebben en zich tot het schrijven hebben gezet van het Verbael, toen
bleek dat Willem van Oranje lange tijd in Middelburg zou verblijven. De prins
kwam half mei 1576 in de Zeeuwse hoofdstad aan en bleef daar, met uitzondering
van enkele uitstapjes naar Veere, Arnemuiden, Vlissingen, Zierikzee en Antwerpen,
tot eind maart 1577.23 Tijdens dit verblijf had hij zijn gezin, bestaande uit zijn
derde vrouw Charlotte de Bourbon en hun pasgeboren dochter Louise Juliana, bij
zich. Oranje is direct na de geboorte van de tweede dochter uit dit huwelijk, Elisa
beth, op 26 maart, uit Middelburg naar Holland vertrokken.
De prins heeft zich in mei 1576 in Middelburg gevestigd om leiding te geven
aan de pogingen om Zierikzee, dat door Spaanse troepen werd belegerd, te ont
zetten. Als dit ondanks alle inspanningen is mislukt, blijft Oranje op Walcheren
resideren om vandaaruit, op hem welgezind terrein, de gebeurtenissen in Brussel
te volgen. Daar worden pogingen ondernomen de Raad van State buiten spel te
zetten en gevangen te nemen, de opstandige gewesten Holland en Zeeland op één
lijn te brengen met Brabant, Vlaanderen en Henegouwen en een nieuwe landvoogd
aan te zoeken om het centrale gezag op zich te nemen. Dat wordt don Juan van
Oostenrijk, een halfbroer van koning Filips II, terwijl de prins zijn zinnen heeft
gezet op een buitenlandse vorst, Francois van Anjou. Wel krijgt Oranje, dankzij het
wangedrag van de Spaanse troepen dat de geschiedenis is ingegaan als de Spaanse
Furie, de pacificatie tussen Holland-Zeeland en de nog koningsgetrouwe gewesten
Brabant, Vlaanderen en Henegouwen voor elkaar. In deze op 5 november 1576 te
Gent gesloten overeenkomst (gepubliceerd op 8 november) verbinden de gewesten