132
WEGGAAN OF BLIJVEN
devoordt cennen doen hebbe boosman ende constapel door sieckte verlooren doch
verhoope met de rest wel thuis sal comen.'
De route van Suriname naar Europa voerde eerst langs de kust van Zuid-Amerika
en langs de eilanden in het Caribisch gebied. Na de Caribische eilanden stak men
over, gebruikmakend van de Golfstroom in de Atlantische Oceaan, om in de buurt
van Europa uit te komen. In oorlogstijd nam men de route 'achterom', dat wil
zeggen via de westkant van Ierland en Schotland om zo in de Noordzee te komen.
Jan Andriesen heeft zeker de route achterom gekozen, temeer daar hij deze route
kende van de terugreis met de Aerdenburgh na de verovering van Suriname in 1667.
Bij de meldingen van binnenlopende schepen in havens van de Republiek in de
Oprechte Haerlemsche Courant over de periode november 1672 - augustus 1673 is
over de thuiskomst van de Aerdenburgh echter niets te vinden. De berichtgeving
in de Oprechte Haerlemsche Courant hing af van correspondenten in de verschil
lende havens en de omvang en frequentie van de berichten bleek zeer wisselend.
Jan Andriesen kan zijn uitgeweken naar een Noorse haven, door slecht weer onher
stelbare schade aan zijn schip hebben opgelopen of bij een treffen met de vijand
zijn verongelukt, maar hij kan ook zonder verdere problemen zijn thuisgekomen.
De door de gouverneur getekende reisbescheiden van de geregistreerde passagiers
zijn in ieder geval wel ingeleverd bij de Staten van Zeeland. Op grond hiervan werd
Laurens Verpoorten namelijk uitbetaald voor de passage.11. Het is aannemelijk dat
schipper Jan Andriesen persoonlijk zorg droeg voor deze geldwaardige papieren en
dat zou erop wijzen dat hij ze veilig naar Zeeland heeft kunnen overbrengen.
In de VOC-database is een fluitschip met de naam Aardenburg opgenomen (1675-
1685) en daarvan neemt de Zeeuwse historicus Arco Willeboordse aan dat het hier
bij om hetzelfde schip gaat als het fluitschip Aerdenburgh dat in 1666 met Abraham
Crijnssen naar Suriname voer.118 Naar mijn mening is dat echter haast onmogelijk
op basis van de specificaties, de uiteenlopende notaties in de onderliggende archief
stukken met betrekking tot de verwerving van de Aerdenburgh en informatie uit
de gekaapte brieven.1Er is vermoedelijk een nieuwe Aardenburg gebouwd op de
VOC-werf in Middelburg. De Surinaamse voorganger is óf verongelukt, óf te zeer
beschadigd geweest om opnieuw voor tochten naar de tropen te worden ingezet.
Tweede ijkpunt: lijsten van de weerbare mannen uit 1675
In opdracht van de Staten van Zeeland inventariseerde gouverneur Pieter Versterre
in 1675 de weerbare mannen in de kolonie, zowel Nederlandse kolonisten, als
Engelse en Joodse ingezetenen. In hetzelfde jaar 1675 werd er een garnizoensre-
gister opgesteld. Het is interessant om te kijken wie van de lijst van (mannelijke)
opvarenden van de Aerdenburgh in 1675 deel uitmaakte van de bevolking in Suri
name.120
Van de groep geregistreerde mannelijke passagiers is alleen Antonis Jeroensen (Rijck-
quart) terug te vinden op de lijst van alle weerbare mannen 'der duijtsche natie'. De
veronderstelling dat hij vooralsnog niet van plan was om weg te gaan - hij bestelde
in september 1672 nog hemden en muilen bij zijn familie - blijkt juist.
Bij de groep niet-geregistreerden bleken er na analyse van de brieven vijf perso
nen te zijn die zich voor langere tijd in Suriname gingen vestigen: Abigail (vrouw
van planter Van Lankum), Golken Ceuvelaers (vrouw van planter Lemps), Philip
Bracht met zijn vrouw Trijntje en Samuel Thierrij, die bij planter Van Mildert zou