WEGGAAN OF BLIJVEN 133 gaan werken. De naam van Abigails echtgenoot staat op de lijst van 1675, zodat Abigail - mits in leven - vermoedelijk ook in de kolonie was. De naam van Gol- kens echtgenoot, Maarten Lemps, ontbreekt echter. Wel staat Cornelis Ceuvelaers genoteerd. Dat zou de broer in Vlissingen kunnen zijn aan wie Golkens brieven waren geadresseerd, 'capt. Cornelis Keuvelaer, coopman tot Vlijssingen'. Diens naam werd in een brief naar de Staten van Zeeland ook door gouverneur Versterre genoemd in verband met een zakelijke transactie, met de toevoeging 'coopman tot Vlissingen, ende nu tegenwoordich in Surname'.121 Waar zouden Golken Ceuve laers en haar echtgenoot Maarten Lemps zijn gebleven? Zij was in september 1672 te ziek om naar haar familie te schrijven en hij was nog maar net beter. Hebben ze het uiteindelijk toch niet gered? Philip Bracht, de voormalige tolk van gouverneur Lichtenbergh, is er nog wel in 1675. Het is aannemelijk dat zijn vrouw Trijntje en hun dochtertje - mits in leven - dan ook in Suriname verbleven. Philip staat als 'Phelip Braght' genoteerd en deze notatie toont meteen met hoeveel variatie van schrijfwijzen rekening gehouden moet worden. Er bestond nog geen vaste spelling, ook niet van namen, en zelfs de eigenaar schreef zijn naam niet altijd op dezelfde manier. De beschikbare ruimte op het papier was er soms de oorzaak van dat een of meerdere letters werden wegge laten, ook van eigennamen. Die namen zelf lagen ook niet vast. Antonis Jeroensen Rijckquart bijvoorbeeld ondertekende zijn brieven in 1672 met zijn voornaam, patroniem en achternaam. In de lijst van de 'duijtsche natie' uit 1675 wordt hij alleen met zijn eerste twee namen vermeld. Op deze lijst is overigens geen spoor te vinden van de vijfde emigrant, de jonge Samuel Thierrij, die zo opgewekt naar huis schreef over de plannen van zijn baas voor een nieuw aan te leggen plantage aan de Commewijne waarbij Samuel een belangrijke rol zou gaan spelen. Zou Samuel bezweken zijn aan de 'roo loop'? Voldeed hij niet en keerde hij gedesillusioneerd terug naar Amsterdam? Op de lijst van de 'weerbre mannen der Joodsche natie' van 1675 (58 namen) ont breekt de man van het Sefardische echtpaar, net zoals bruidegomsoldaat Anthonij Cuijper niet in het garnizoensregister van hetzelfde jaar staat vermeld. Twee van de twaalf soldaten die met de Aerdenburgh arriveerden, staan wel in dit register opgetekend.122 Van de 23 mannelijke passagiers van de Aerdenburgh van wie de namen bekend zijn en die op 31 december 1671 in Suriname arriveerden, staan er in totaal twee op de lijst van de weerbare mannen van de 'duijtsche natie' uit 1675: Antonis Jeroensen Rijckquart en Philip Bracht. Omdat vrouwen in 1675 niet opgetekend werden, is het onzeker ofTrijntje Segers, de vrouw van Philip, in 1675 nog in leven was. Datzelfde geldt voor Golken Ceuvelaers, Abigail en voor de vijf andere vrouwen op de Aerdenburgh. Derde ijkpunt: correspondentie van de gouverneurs uit de periode 1675-1686 De ingekomen stukken van de Staten van Zeeland tussen 1675 en 1686 bevat ten onder meer de brieven en nota's van de gouverneurs in Suriname en zijn staf. In deze documenten zocht ik naar namen van reizigers van de Aerdenburgh. Ik betrok bij dit onderzoek de vroegste plantagekaarten om zo veel mogelijk gegevens uit dezelfde periode te verzamelen en dat leverde soms verrassende en aanvullende resultaten op.123

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2012 | | pagina 135