WEGGAAN OF BLIJVEN 147 66 Wat betreft 'ons alle': vermoedelijk slaat dat alleen op de passagiers die in de kajuit bivak keerden. 67 Schiltkamp, Plakaatboek, Plakaat nr. 14: Reglement voor de Schippers, 25-02-1669. 68 Combe was na de Vrede van Breda in 1667 door de Staten van Zeeland aangesteld als commies en arriveerde eind december van dat jaar in Suriname (ZA, Rekenkamer C, inv.nr. 1270, fol. 3; inv.nr. 1300, fol. 3). Over het visiteren van de schepen: Schiltkamp, Plakaatboek, Plakaat nr. 15: 15-03-1669. 69 In vergelijking tot andere koloniën in het Caribisch gebied had Suriname een bijzon der hoog percentage afwezige plantage-eigenaren (Oostindie, Paradijs overzee, 103). Van der Meiden wijst op de grote mate van vrijheid voor de vaak vermogende planters die eigenmachtig optraden (Van der Meiden, Betwist bestuur, 34). Van Lier schreef over het niveau van de directeuren op de plantage. Volgens hem waren er onder hen veel ruwe en harde lieden (Van Lier, Samenleving, 33). 70 Oostindie, Paradijs overzee, 105. 71 Het adagium 'publiek belang is handelsbelang' lag hieraan ten grondslag. Zowel Crijns- sen als Lichtenbergh en Versterre hadden een plantage in bezit of bezaten op zijn minst een aandeel in een plantage, evenals secretaris Jan Bolle. Behalve de naam van Crijnssen, die aanvankelijk de plantage van de vroegere Engelse gouverneur Willoughby (Param Hill) in bezit genomen had, zijn de genoemde namen terug te vinden op de kaart van Willem Mogge uit 1671. 72 Landmeter Willem Mogge ging in dienst van de Staten van Zeeland eind 1667 naar Suriname met de opdracht een kaart van de nieuwe kolonie te maken (ZA, Rekenka mer C, inv.nr. 1300). Ongetwijfeld heeft hij ook de Engelse kaart uit 1667 gezien, die ten behoeve van zeelui, kooplieden en (toekomstige) kolonisten werd gemaakt (William Blathwayt-atlas, John Carter Brown Library, USA). In 1671 verscheen in de Republiek een eerste versie van de kaart van Suriname, in 1677 gevolgd door een tweede. Beide kaarten worden aan Mogge toegeschreven (Mulert, Eerste landmeters; Renselaar, Kaar ten). Over de Engelse kaart uit 1667: Felhoen Kraal, Emily Hahn's boek. 73 Golken Ceuvelaers aan Adriana Lemps. 74 hoke\ de naam die Golken aan de cassavedrank geeft; kaven: misschien verschrijving van 'maken; cossafe cassave; Cassave is de eetbare wortelknol van de maniokheester (Mani- hot Esculenta). De knol wordt geraspt (vroeger fijngekauwd en uitgespuugd), daarna uitgeperst en van de pulp worden koeken (brood) gebakken. Het sap wordt vermengd met suiker, waarna een gistingsproces op gang komt dat enige dagen duurt. Dat proces levert een licht alcoholische drank op, die op bier lijkt. Deze drank wordt in Suriname Kasiri genoemd. 75 woestijn: Exodus 16; Adam en Eva in het paradijsGenesis 2; de hel: o.a. Psalmen 9, 16, 18. De begin- en eindformules van de brieven waren ook religieus gekleurd, volgens de mores van de tijd. 76 Warren, An impartial description of Surinam, 1667. Nederlandse vertaling: Warren, Een onpartydige beschrijvinge van Suriname, 5. Van Thorarica is niets meer terug te vinden. De rivierloop is door oevererosie veranderd, vermoedelijk ligt Thorarica nu in de rivier. 77 Het garnizoen zat op het Fort Zeelandia, maar ongetwijfeld waren er ook soldaten in Thorarica, alleen al vanwege het feit dat de Raden van Politie en Justitie er hun domicilie hadden. In 1678 verplaatste de toenmalige gouverneur Johannes Heinsius (1678-1680) de Raden van Politie en Justitie naar Paramaribo. 78 Van der Linde, Suikerheren, 116. 79 decharsieren: ontladen (WNT); Pieter Versterre aan de Staten van Zeeland, ZA, Archief Staten van Zeeland, inv.nr. 2035.1, d.d. 16-03-1669. De begrafenislocatie van Abraham Crijnssen bleef 341 jaar onbekend. In augustus 2010 ontdekte ik in een brief van Jan Dimmissen aan zijn vrouw de laatste rustplaats van Crijnssen. Jan Dimmisen schreef over de begrafenis van zijn broer Jacob Dimmissen op 21 oktober 1671: 'In de kercke van Torarijca, leght aen de zijde van de heer Abraham Qurijnsen saligher.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2012 | | pagina 149