164 JAARVERSLAGEN 2011 Natuurhistorische voorwerpen, onderafdeling Mollusken De conservator F.A.D. van Nieulande bericht als volgt: Dit jaar zijn weer een aantal items uit mijn eigen verzameling aan de Zeeuwse mol lusken collectie toegevoegd en geregistreerd, waaronder een paar zeldzame soorten: 6 ex. Op alcohol Testacella haliotidae Draparnaud 1801 een naakte landslak met uitwendige schelp in 2010 en 2011 verzameld in mijn eigen achtertuin. In totaal 42 waargenomen. 3 ex. Galeodea bicatenata (J. de C. Sowerby, 1819) van de Kaloot, een zeldzame helmslak uit het Plioceen. Ook is er een legaat ontvangen van verzamelaar E.J .Bakker, geschonken door zijn zoon C. Bakker. Bemiddelaar was P. Moerdijk. Deze aanwinst omvat 132 monsters, waarvan vele van de vindplaats Ritthem en uit de Westerschelde opgevist met de schelpenzuiger. De bottenvistocht van 2011 leverde vele algemene reeds eerder opgeviste soorten op, die merendeels verdeeld werden onder de enthousiaste deelnemers. Een gering aantal is er opgenomen in de collectie. Er werd een bijzonder stuk verstening met Atrina fragilis kalloensis aan de collectie toegevoegd. Ook een zeldzame linkerklep van Pycnodonte navicularis, met aan de binnenkant vastgehecht een gave klep van Hinnites ercolanianus. Natuurhistorische voorwerpen, onderafdeling vertebraten De conservator M. Bosselaers bericht als volgt: Ook in de loop van 2010 werd verder gewerkt aan het (digitaal) registreren van de collectie fossiele zoogdieren. Hier dient nog steeds een historische achterstand te worden weggewerkt. Intussen werd begonnen met het digitaliseren van de catalo gus van de landzoogdieren. Tijdens de bottenvistocht 2010 werden er zoveel fossiele walviswervels en sche delfragmenten opgevist, dat we aan dek van de ZZ10 een groot gedeelte van een walvisskelet (vinvisachtige) konden reconstrueren. Afgezien van de gebruikelijke specialisten (John de Vos (Naturalis), Klaas Post) namen in 2010 ook Dick Mol (mammoetspecialist, NL) en Björn De Wilde (haaienspecialist, B) deel aan de tocht. Overigens leverde de bottenvistocht in 2010 weer een paar heel opmer kelijke stukken op. Voor wat de landzoogdieren betreft een zeer fraaie 3e (laatste) molaar uit de rechter bovenkaak van een Wolharige Neushoorn (NHG 26 066) en een vrij volledig en groot illium van een Mammoet. Zeezoogdieren werden zoals altijd veel talrijker opgevist. Uitzonderlijk in 2010 was een schedelfragment van een Ziphirostrum (Ziphiidae; spitssnuitdolfijnen; NHG 23 395). Dit genus wordt maar zelden opgevist in het Schelde estuarium, wat vreemd is, want in Antwer pen komt het genus vrij talrijk voor (cfr. artikel in Zeeland). Ten tweede een goed bewaard proximaal fragment van een frontale (oogkas) van een kleine Baardwal- vis (aff. Balaenula balaenopsis; NHG 23 412); een heel zeldzame vondst. Verder drie bulla's, en 5 periotica (echte binnenoor: 1 Balaenidae sp. (cfr. Noordkaper); 2 Amphicetus sp.; 1 Aglaocetus sp. (vrij zeldzaam); 1 Balaenopteroidea sp.). 16 wervels van walvisachigen, waaronder drie van grote walvissen en drie kleine van dolfijnen. Giften: Via Freddy Aerts (B) en Frans Mol (RWS) ontvingen we enkele botten die tijdens de uitdieping van de Westerschelde werden gevonden. De botten werden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2012 | | pagina 166