64
VERERINGEN
Afb. 2. Het politieke centrum van de Staten van Zeeland in de Middelburgse Abdij, circa 1620.
Zeeuws Museum, coll. KZGW, G1684.
aan, dat het dikwijls veiliger was geschenken te geven aan de echtgenotes van de
personen die men voor zich wilde winnen.
Delia Rena's richtlijnen golden niet alleen voor het Spaanse hof. Het strategisch
schenken werd aan alle Europese vorstenhoven gezien als de sleutel tot diplomatiek
succes. De jonge Republiek deed dan ook volop mee aan deze rondedans. De gezan
ten van de Staten-Generaai in Frankrijk en Engeland verdiepten zich ter plaatse in
de lokale verhoudingen om voorstellen te kunnen doen teneinde 'de belangen van
dese landen gerecommandeert te houden'. Zeker bij speciale vereringen was het
belangrijk een goede keuze te maken en iets uit te zoeken waarmee de ontvanger
zich waarachtig gestreeld zou voelen. Toen de in Engeland residerende agent Noël
Caron de Staten-Generaai in juni 1606 om een exotische vogel ter verering vroeg,
reageerden de Staten-Generaai dan ook direct door de bewindhebbers van de VOC
te vragen of deze hun een 'papingaye, tamelijk groot met een roode borst, blauwe,
geluwe ende vrempde veren' konden bezorgen.10
In diplomatiek verband trad Zeeland steeds samen met de andere gewesten op.
Hoewel vereringen aan buitenlandse vorsten en gezanten door de Staten-Gene
raai geregeld werden, betekende dit niet dat de Zeeuwen zich niet met de details
bemoeiden. Zeker in de eerste jaren, toen de Republiek haar plaats in de diplo
matieke hiërarchie nog moest vinden, werd hierover uitvoerig gesproken in het
Middelburgse bestuurscentrum in de Abdij. Later namen de Staten via brieven van
de eigen afgevaardigden in Den Haag kennis van de voornemens van de Staten-
Generaai en liet men het aan hen over 'om daerinne neffens de andere Provintien
de eere van den lande te bewaren'.11