VERERINGEN 71 zeggen dat zijns inziens 'in een republycque geen geldgiften getolereerd behoren te worden'. Uiteindelijk liet de secretaris de ducaten achter in handen van de Zweedse edelman die Van Vosberghen tijdens zijn verblijf begeleidde. In Stralsund, waar het schip een kort oponthoud had, liet deze edelman inderhaast vijf toeren bij maken, zodat de keten tenminste de juiste waarde vertegenwoordigde. Van enig 'fatsoen' (model) was natuurlijk geen sprake meer. De principiële houding van Van Vosberghen ten aanzien van het aannemen van geld is interessant. Blijkbaar lag hier voor de Zeeuw een duidelijke grens. Van koeien tot rariteiten Geschenken aan buitenlandse vorsten en hoogwaardigheidsbekleders luisterden nog nauwer dan de ketens die aan diplomaten geschonken werden. Hierover werd in de vergaderingen op het Binnenhof en in de gewestelijke colleges langdurig gesproken. Meestal viel de keus op juwelen, wandtapijten en gouden of verguld zil veren vaatwerk. Daarnaast vereerde men ook wel globes en boeken, zoals fraai inge kleurde exemplaren van het Theatrum Orbis Terrarum?A Vorstinnen en echtgenotes van hoge adellijke figuren werden vereerd met het 'alderfijnste' lijnwaad dat in de Nederlanden te vinden was: servetten, tafellakens en handdoeken van gefigureerd damast. Ook paarden - meestal in stellen van vier of zes hengsten of merries - en koeien bleken buiten de landsgrenzen geapprecieerd te worden. Het Noord-Neder landse zwart-witte vee viel vooral bij Engelse dames zeer in de smaak. De eerste keer dat koeien ten geschenke werden gegeven, was in 1601, toen de Nederlandse gezant in Londen de Staten-Generaal erop attendeerde, dat de echtgenote van de graaf van Nottingham in Holland twee koeien wilde kopen, waarop de Staten besloten haar deze cadeau te doen.35 In 1610 en 1612 werden andermaal zwart-witte koeien als verering aangeboden in Engeland. Volgens Lieuwe van Aitzema hield dit verband met de pastorale genoegens waaraan de Engelse dames zich gaarne overleverden. Bij de vermelding van de verering aan koningin Henrietta Maria van eenighe schoone ende groote Noorthollandtsche koeyen' in 1636 voegde van Aitzema toe: aen de welcke te weyden bij de Dames in Engelandt wierde vermaeck genomen .36 Ondanks de enorme bloei van de schilderkunst in deze jaren vonden de Staten- Generaal schilderijen niet direct een geschikt geschenk voor buitenlanders. De eer ste keer dat zij een schilderij ten geschenke gaven, was in 1606, toen de koningin van Frankrijk met een 'blompot' (bloemstilleven) vereerd werd. De schilder, die helaas onbekend is, ontving voor zijn werk 'thien hondert guldens een ongewoon fors bedrag voor een schilderij.37 Vier jaar later schonken de Staten-Generaal twee maritieme schilderijen van Hendrik Vroom aan hun petekind, de prins van Wales.38 Dit bleven echter uitzonderingen. Over het algemeen werden schilderijen in de eerste decennia van de Republiek niet als verering gebruikt. Wel zeer begerenswaardig bleken rariteiten uit de Oost. De verovering van de Portu gese 'caracque' de San Jago, die in de zomer van 1602 in Vlissingen werd opgebracht, leverde een keur aan exotica op. Van de buitgemaakte parels, gesteenten, stoffen, behangsels en koopmanswaar als het blauw-witte porselein kreeg de overheid een vijfde deel, dat mede voor het doen van vereringen gebruikt werd.39 De opwinding over de verovering van de Portugese 'kraak' in 1602 blijkt al vroeg uit de brieven van de Vlissingse luitenant-gouverneur, Sir William Browne, aan Sir Robert Sidney. Na op 12 juni het bericht over de verovering te hebben gemeld, schreef hij op 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2012 | | pagina 73