Eigen Zeeuwse relaties
VERERINGEN
73
found monstrous and the king found ridiculous on the part of men who com
plained of their miserable state'.45 De vrijgevigheid van de delegatie van 1603, die
naast waardevolle objecten ook wijn en vijftig zoetemelkse kazen weggaf, zou een
trend zetten voor de daaropvolgende jaren. De hebberigheid van de Engelsen lijkt
geen grenzen te hebben gekend. In 1610 zagen Nederlandse gezanten zich zelfs
genoodzaakt de Staten-Generaal te verzoeken extra cadeaux te sturen, wat Den
Haag weigerde. Mochten de gezanten het raadzaam vinden 'een zwarte koe of een
bont paard meer of minder' in te zetten, dan lieten de gedeputeerden ter Staten-
Generaal dat aan hun oordeel over. Nog meer vereringen naar Engeland sturen,
achtten de Staten nu niet raadzaam. Daarmee zou men volgens hen eerder vijanden
dan vrienden maken.46
Rariteiten bleken aan alle Europese hoven geliefd en werden na 1603 regelmatig
via de VOC betrokken. Was er niets 'raers' voorhanden, dan gingen de Staten-
Generaal hiernaar op zoek, zoals in 1601, toen zij de Vlissingse burgemeester Jac
ques Gellee verzochten, een aantal 'indiaensche cocquillen' te kopen ter verering
aan de gouverneur van Calais. Ook voor de grote verzameling extraordinarelicken
schoone cockillen ofte schulpen' die in augustus 1608 aan de koning van Frankrijk
gepresenteerd werd, moest actie worden ondernomen. Deze verzameling werd voor
9.000 gulden van de Delftse verzamelaar Abraham van Goorle gekocht.4' Meestal
gebruikten de Staten echter het rechtmatig aandeel van het land in de opbrengst
van buitgemaakte schepen. Zo stuurde de VOC in oktober 1604 na een verzoek
om 'vreempde harnasschen' uit de buitgemaakte Sanctu Catharina een hele par
tij goederen uit Amsterdam naar Den Haag, waaruit met behulp van Louise de
Coligny en de Franse ambassadeur Buzanval een keuze ter verering aan de Franse
koning werd gemaakt.
Aan de oosterse exotica werden bij die gelegenheid ook eenige Rariteyten van
Manufacturen van dese landen van nieuws geinventeert' toegevoegd, in de hoop
dat het Zijne Majesteit aangenaam zou zijn deze te ontvangen en 'den Staat van
tLandt te houden gerecomandeert'. Met deze lokale 'rariteiten werden de damasten
tafellakens en servetten bedoeld die de Haarlemse linnenwever Paschier Lammertijn
volgens een nieuw procédé vervaardigd had. Het betrof hier vruchten ende wercken
van ons Landt door de industrie van onse scheep-vaert en negotie becomen'.48
Het doen van vereringen ging hier duidelijk samen met handelsgeest. Een betere
manier om de aandacht te vestigen op lokale producten is nauwelijks denkbaar. Ook
in latere jaren zou steeds vaker worden getracht de export van de Republiek op deze
manier te bevorderen, en behalve damast, kazen en koeien ook producten als schil
derijen, wandtapijten en atlassen als verering te gebruiken. Het doen van vereringen
werd op deze wijze tevens een vorm van visuele propaganda voor de welvaart van
de nieuwe Republiek. Alleen in een welvarende staat onder goed bestuur konden
nijverheid, kunsten en wetenschap immers tot grote bloei komen.
De Staten van Zeeland waren niet alleen betrokken bij diplomatieke giften die via
de Staten-Generaal werden gedaan. Zij onderhielden ook hun eigen relaties op deze
wijze. De rekeningen te lande en te water geven een goed beeld van de personen die