Onweerstaanbare verleidingen
84
VERERINGEN
helycke devoir daergelyckx zijn aenwendende om de conste van teykenen, plaet-
snijden ende plaetdrucken hier in dese U Ed. Provincie langhs soo meer te doen
floreren'. Om die reden waren zij in hun atelier begonnen met de productie van
gegraveerde portretten van Maurits en Frederik Hendrik, portretten, waarvan zij
zich verstoutten Gecommitteerde Raden een twaalftal afdrukken te presenteren.
Kort daarop boden de Van de Vennes gravures van de stad Vlissingen aan Gecom
mitteerde Raden en de leden van de admiraliteitsraad aan. De heren vereerden hen
in beide gevallen met 25, lieten de geschonken prenten op 's lands kosten inlijsten
en namen ze mee naar huis. Voor de raadkamer werd een extra exemplaar uit de
algemene middelen gekocht.
Het waren niet alleen ingezetenen van het eigen gewest die door Gecommitteerde
Raden en de Admiraliteit op deze wijze werden benaderd. Ook Hollandse kunste
naars als Jacques de Gheyn, Floris Balthasar van Delft en Hendrik Vroom boden
rond 1600 met succes hun werk in de Middelburgse Abdij aan, evenals schrijvers
als Gerard van Bronkhorst en Jan Huygen van Linschoten.86 De Gheyn bood de
heren een 'contrefaitzel' van de belegering van Geertruidenberg aan, Floris Balthasar
presenteerde de Staten met gravures van de belegeringen van Bommel en Sluis.
Hendrik Vroom vereerde Gecommitteerde Raden in 1601 met zijn gravure van de
tocht naar Philippine. Uiteraard droegen de aanbieders er zorg voor, dat hun werk
een duidelijke band met Zeeland vertoonde en dat dit de ontvangers bij de presen
tatie ook geenszins kon ontgaan. In de brief waarmee Floris Balthasar in 1604 tien
op wit satijn gedrukte gravures van de belegering van Sluis aan Gecommitteerde
Raden aanbood, noemde hij quasi terloops ook zijn eerdere gravure van de intocht
in Vlaanderen. Hij schreef die speciaal gemaakt te hebben om de Staten-Generaal
ertoe te bewegen 'het landt van Walcheren te bevrijen, teygens het bloedich voerne-
men van Spinola, gelijck Gode loff, nu geschiet is'. Zijn gravures vielen bij de heren
in de smaak: één bleef er in de vergaderkamer hangen, de andere namen de heren
mee naar huis. Floris Balthasar vereerde men met honderd gulden.
De boeken en objecten die aan de Admiraliteit gepresenteerd werden, droegen over
het algemeen een maritiem karakter. Zo presenteerde Lucas Jansz Waghenaer in
1598 zijn Enckhuyser Zeecaertbouck aan de heren van de Admiraliteit, zond Hon-
dius in 1599 vier wereldkaarten naar Middelburg, en wist de Amsterdamse kaar
tenmaker Willem Jans via boekhandelaar en uitgever Barent Langenes in 1602 zijn
nieuwe globes onder de aandacht te brengen. Op dezelfde wijze waren Zeeuwen
actief buiten het eigen gewest. De Middelburgse graveur Francois Schillemans ont
ving bijvoorbeeld in 1619 na de presentatie van 83 prenten van de Synode van
Dordrecht aan de Staten-Generaal een verering van 214 gulden uit Den Haag.
Al eerder werd opgemerkt dat bij vereringen corruptie op de loer lag. In Zeeland
bestond dit risico niet zozeer omdat men, zoals dat bij de Engelsen het geval was,
gemakkelijk de grenzen van het aanvaardbare uit het oog verloor, maar omdat men
steeds vaker in gemoede meende dat het lidmaatschap van een overheidscollege
'recht gaf' op bepaalde vergoedingen in natura. De wens zaken zonder al te veel
ruchtbaarheid ten eigen bate uit de collectieve middelen te betalen, is duidelijk