Maria de Fraeye
10
MEMORIAEL
op de Grote Markt in het huis genaamd De Wildeman. Samen hadden ze drie
kinderen, Gerlach, Wilhelm en Hainrich. Hun jongste zoon Wilhelm, geboren
in 1501, trouwde op 23 januari 1532 in Aken met Maria Houperts, dochter van
Jan Houperts, meijer van Limbourg en Maria van der Wijer. Samen kregen zij zes
kinderen. Hun tweede kind was Maria de Fraeyes grootvader, de latere humanist en
koopman Johan Radermacher de Oude.
Johan Radermacher, die op 14 maart 1538 werd geboren, bracht zijn jeugd in
Aken door en vertrok op zestienjarige leeftijd naar Antwerpen, waar hij in de leer
ging bij koopman Gillis Hooftman. Deze stuurde hem in 1561 en later nogmaals
van 1567 tot 1580 als zijn vertegenwoordiger naar Londen, waar Radermacher al
snel betrokken raakte bij de Nederlandse vluchtelingengemeente. Op 13 mei 1571
trouwde hij in Londen met Johanna Racket (1547-1600). Hun oudste dochter
Maria werd hier op 17 april 1572 geboren. Gedurende zijn leven was Johan Rader
macher steeds nauw betrokken bij de kerkelijke gemeenten in de plaatsen waar
hij woonde. In Londen, Antwerpen, Aken en Middelburg, waar hij zich in 1599
vestigde, diende hij als ouderling en diaken. De voorzienigheid van God was zijn
houvast in het leven geworden. Alles wat hem overkwam, beschouwde hij vanuit
de grondgedachte dat alles ten goede keert voor wie God liefheeft. Zijn zinspreuk
'Bonis in bonum' (de goeden ten goede) was een kernachtige weergave van de tekst
uit de brieven van Paulus aan de Romeinen te Efeze, Romeinen 8: 28. Volgens
Radermacher bracht God alles in beweging en boetseerde hij de mens als een pot
tenbakker naar Zijn wil; een geestelijke leidraad waarvoor hij een toepasselijke uit
beelding had verzonnen in de vorm van een draaischijf met daaronder een globe.
Johan Radermacher overleed in Middelburg op 15 februari 1617 en werd begraven
in de Nieuwe Kerk.
Johan Radermachers oudste dochter Maria en de uit Antwerpen afkomstige koop
man Jan de Fraeye waren de ouders van Maria de Fraeye. Zij trouwden in Middel
burg op 2 februari 1603 en vierden hun bruiloft op de Vlasmarkt in het huis Van
den Ouden Looper, waar de Radermachers toen woonden.4 Maria Radermacher was
de tweede echtgenote van Jan de Fraeye, die uit een eerder huwelijk al een dochter
Sara had. Deze Sara de Fraeye trouwde op 23 september 1615 in Middelburg met
de uit Dordrecht afkomstige Pieter van der Merct. Zij staat hierbij vermeld als jon-
gedochter afkomstig van Amsterdam.5 Mogelijk waren Sara en Maria kleindochters
van de uit Antwerpen in 1589 naar Amsterdam uitgeweken Antwerpse koopman
Guilliam de Fraeye.6
Het eerste kind van Maria Radermacher en Jan de Fraeye werd op 18 oktober 1603
na een zwangerschap van acht maanden levenloos geboren. De tweede dochter van
het echtpaar was Maria, de auteur van het hier besproken memoriaal. Zij werd op
27 april 1605 geboren in de voorkamer van De Schelpe, het woonhuis van haar
grootvader Johan Radermacher de Oude in de Middelburgse Brakstraat. Bij de
doop door predikant Hendrik Henninck in de Nieuwe Kerk traden Laurens Back
en juffrouw Anna Messing, de weduwe van Steven Racket op als getuigen. Als kind
van veertien maanden vertrok Maria met haar ouders naar Londen. Haar moeder
schonk daar nog het leven aan een tweeling, waarvan het ene kind echter dood ter
wereld kwam en het andere reeds na enkele dagen stierf. Na een langdurig ziekbed